Meer dan twintig jaar geleden maakte Jolijn Creutzberg voor het eerst een boxershort van een oud overhemd van haar man. Het was zijn lievelingshemd en toen de boord versleten was, kon hij er geen afstand van doen. Creutzberg: “De rest van de stof kon nog jaren mee dus ik besloot er een boxershort van te maken. Dit was zo’n leuke manier van hergebruik dat ik meteen dacht, hier moet ik iets mee gaan doen.”

Geen standaard onderbroekenfabriek

Toch duurde het nog even voordat Van Hulley werd opgericht. Creutzberg: “Ik ben altijd ondernemer geweest, maar ik had geen ervaring met het opzetten van een productielijn. Daar komt heel wat bij kijken. Ik wilde geen standaard onderbroekenfabriek beginnen, maar het echt hebben over duurzaamheid en consument en maker dichter bij elkaar brengen.”

In 2012 bleek de tijd hier rijp voor te zijn en komt het idee in een stroomversnelling. “Er is veel veranderd sinds ik mijn eerste boxershort maakte. Recycling had toen nog een geitenwollensokken-imago. Nu merk ik dat veel mensen bezig zijn met hergebruik en graag op een positieve manier iets willen veranderen. Het is alsof ik vooruit geduwd word door alle ontwikkelingen die gaande zijn.”

Kansen voor mensen zonder diploma

Creutzberg besloot dat Van Hulley naast duurzaam ook sociaal moest worden. De productie moest in Nederland blijven en werk bieden aan mensen die niet de juiste papieren hebben om aan de slag te gaan op de arbeidsmarkt. Via Multicultureel Vrouwencentrum Jasmijn in Groningen ontmoette ze vrouwen die heel gemotiveerd waren om aan het werk te gaan, maar geen idee hadden waar ze moesten beginnen. “In Nederland is het hebben van een diploma bijna een vereiste om aan een baan te komen. Als je geen diploma’s hebt dan is de afstand tot arbeidsmarkt heel groot. Zelfs als je voor jezelf wilt beginnen.”

Samen met de Gemeente Groningen en het ROC Noorderpoort ontwikkelde Creutzberg een traject van een jaar waarin de deelnemers met behoud van hun uitkering een entreeopleiding volgen en aan het werk gaan bij Van Hulley. Ze doen werkervaring op, investeren in hun persoonlijke ontwikkeling en na dat jaar kunnen ze doorstromen naar een mbo niveau 2-opleiding. Creutzberg: “Met dit soort initiatieven kan je het verschil maken tussen op de bank zitten en onderdeel uitmaken van de samenleving.”

Ieder jaar start een groep van ongeveer 15 vrouwen met heel verschillende culturele achtergronden aan het schakeljaar. Ook Nederlandse vrouwen kunnen bij Van Hulley terecht. Maar wie in Nederland opgroeit spreekt de taal, kan lezen en schrijven en heeft over het algemeen al een vmbo-diploma op zak. De entreeopleiding is een alternatief voor het vmbo en biedt toegang tot verschillende mbo-opleidingen. “Deelnemers hebben uiteenlopende wensen en dromen. Ze willen graag de zorg in, of aan het werk in de horeca. Ze kunnen doorstromen naar alle studierichtingen. Of kiezen om aan het werk te gaan of voor zichzelf te beginnen.”

Breed maatschappelijk gedragen concept

In de werkplaats midden in het centrum van Groningen werken Renata en Carolien samen aan een grote werkbank. Een vader stond zijn oude blouse af aan Van Hulley en vandaag wordt er een boxershort voor mama en een pyjamabroekje voor hun baby van gemaakt. Er was stof genoeg. Carolien: “Ik vind het fijn om bij Van Hulley te werken. School is soms lastig, maar hier krijg ik de kans om te leren en te werken. Na dit jaar wil ik graag een koksopleiding doen.”

Creutzberg: “Uit onderzoek is gebleken dat een vrouw met een afgeronde mbo niveau 2-opleiding haar kans op een baan verdubbelt. Dat is een heel concreet resultaat waar ik met Van Hulley aan wil bijdragen. Maar in dat jaar dat ze hier hun entreeopleiding doen, zie ik al zoveel veranderen. We meten die sociale impact zo goed mogelijk. Dat gaat bijvoorbeeld over hoe vrouwen zichzelf en hun verhaal presenteren op onze netwerkbijeenkomsten. Of de meer zelfstandige rol die ze innemen in hun gezin en gemeenschap.”

Stof tot nadenken

De naam Van Hulley betekent van hen, van jullie in dialecten in het zuiden van Nederland. Voor Creutzberg gaat dit over de boxershorts die niet meer alleen van de eigenaar zijn, maar ook van diegenen die ze gemaakt hebben. Niet alleen de blouse krijgt een nieuw leven, ook de vrouwen in het naaiatelier kunnen een nieuw bestaan opbouwen. Van Hulley is een metafoor voor de markt: voor producenten, consumenten en overheid die samen voor arbeids- en milieuvraagstukken staan. Deze onderwerpen zijn ‘van hulley’, en dat zijn wij dus allemaal.

Er is ook belangstelling vanuit andere gemeentes voor een Van Hulley in hun stad. Maar Creutzberg wil eerst als bedrijf groeien voordat ze nog zo’n traject opzet. “Ik geloof in de kracht van de markt. Deze ontwikkelingen moeten door de consument gedragen worden, en niet alleen door de overheid. Alleen dan kan je verandering in gang zetten. Daarom wil ik eerst zorgen dat de vraag naar onze producten groeit. Van Hulley moet een sterk merk zijn, en ook boxers uit voorraad gaan verkopen. We hebben ons assortiment al uitgebreid met een setje voor kinderen, en kijken nu naar andere producten die we kunnen maken van de stof van overhemden.

Ik vind het belangrijk om geen sociale werkplaats te zijn, maar een (sociale) onderneming, die mooie dingen maakt waarvoor de klant bereid is om een eerlijke prijs te betalen. Omdat hij het product geweldig vindt en omdat het verhaal erachter helemaal klopt.”

Fotografie: Pieter van den Boogert