1. De producent: Ma’s Foods
Het blikje Amaizin-kokosmelk dat je tegenkomt bij Ekoplaza, begint zijn weg in het midden van Sri Lanka. Het bedrijf Ma’s Foods beslaat daar een heel dorp: huizen, enkele fabrieken, een wasserette en een restaurant. Mario de Alwis en zijn vrouw produceren er biologische kruiden, curry’s en kokosmelk. Hun zeshonderd werknemers kunnen doordeweeks blijven slapen en eten, zodat ze meer loon overhouden om te sparen. Er zijn sociale projecten, onder andere (financiële) steun tijdens en na de zwangerschap, en om kinderen van werknemers naar school te laten gaan. Ook voor de aanleverende boeren wordt goed gezorgd; zo hielp De Alwis hen om zich te verenigen in een fair trade-associatie en ondersteunt hij hen hierin. De Japanse bedrijfsfilosofie is een inspiratiebron, vertelt hij: “Volgens die filosofie sterft een bedrijf dat slechts focust op de productie, en vergeet dat de ziel van het bedrijf in de mensen zit.”
Bijzonder aan de kokosmelk van Ma’s is dat de noten deels met de hand worden gekraakt – een ambacht dat je niet zomaar even leert. De Alwis had er een machine voor gekocht, maar besloot die te combineren met handkraken, zodat hij het ambacht in stand hield en mensen in dienst kon houden. Als de noot eenmaal gekraakt is, wordt de vezelige buitenkant rond de kokospalmen begraven om water beter vast te houden. Het witte gedeelte wordt geperst tot kokosmelk en verdund met kokoswater tot het gewenste vetpercentage. Slechts een uur nadat de noot openging, worden de blikjes door een machine gevuld en gesloten.
Er zitten vaak enkele maanden tijd – soms wel zes – tussen de aankoop van kokosnoten en het moment dat de overzeese klant betaalt. Om die periode te overbruggen, lenen veel producenten geld bij een lokale bank. Ma’s Foods doet dat ook, en leent daarnaast via Hivos-Triodos Fonds. “Lokale banken vragen een onderpand, zoals een fabriek of machine” vertelt Joke van der Ven, Senior Investment Officer bij Triodos Investment Management die al jarenlang de relatie met Ma’s Foods onderhoudt. Maar dat heeft zijn beperkingen: “Op een gegeven moment heb je niets meer over om in onderpand te geven. Wij durven zonder ‘hard’ onderpand handelsfinancieringen te verstrekken, omdat we werken met producenten en kopers die een langetermijnrelatie hebben. We financieren jaarlijks de exportcontracten voor en de koper moet de betalingen via ons laten lopen, zodat we die wekelijks zien binnenkomen.”
Dat geeft dus zekerheid. En omdat de Sri Lankaanse realiteit heftig kan zijn, met terroristische aanslagen en overstromingen, is De Alwis’ relatie met zijn boeren én zijn langetermijnrelatie met internationale kopers als DO-IT in Nederland extra waardevol. Van der Ven: “Veel bedrijven in agriketens, ook cacao en koffie, kiezen ervoor de boeren minder te betalen als er iets fout gaat. Denk aan een probleem met de verscheping, tegenvallende oogst of impact van het klimaat of een aanslag. Maar een club als Ma’s heeft een eerlijke houding naar de boeren toe.”
2. De importeur: DO-IT
Zo’n 25 jaar geleden bezocht voormalig boer Poppe Braam het bedrijf van Mario de Alwis. Hij was op zoek naar leveranciers voor zijn bedrijf DO-IT (Dutch Organic International Trade). “Ma’s was toen nog klein, maar Mario zat vol ideeën”, zegt Patricia van Heffen, brand manager bij DO-IT. Het bedrijf ondersteunt boeren wereldwijd in de transitie naar een duurzamere teeltmethode, die beter is voor het klimaat en de wereld. “Voor veel boeren is het lastig om zelf die omslag te maken, er is geld en kennis voor nodig.”
Inmiddels importeert DO-IT alweer heel wat jaren kokosmelk en curries van Ma’s naar Nederland, onder de merknaam Amaizin. Dat gaat per boot – waar mogelijk via schepen die zwavelarme stookolie gebruiken. Eenmaal in de Rotterdamse haven gaan de containers zo veel mogelijk via de rivier naar Nijmegen, om pas de laatste 60 kilometer naar Barneveld, waar DO-IT is gevestigd, per vrachtwagen af te leggen.
DO-IT is actief in twintig landen en eist dat alle producten Skal en EKO gecertificeerd zijn, maar heeft daarnaast ook nog aanvullende eisen, zoals transparantie. “Zeker als een product van ver komt. Omdat we in direct contact staan met de leverancier, is dat voor ons niet zo lastig.” Bij andere importeurs zit er vaak een tussenhandelaar tussen. Door dat directe contact streeft DO-IT ook niet altijd naar een keurmerk voor eerlijke handel – ze komen zelf meerdere malen per jaar kijken hoe het gaat en letten dan bijvoorbeeld op sanitair en scholing. Ook gaan ze direct met de boeren in gesprek over hun behoeftes.
De eerlijke keten
Hoe je met je spaar- en beleggingsgeld bijdraagt
Triodos Bank staat voor een eerlijke keten met biologische producten. Dat betekent een eerlijke prijs voor de boer en gezonde en biologische producten in de winkelschappen. Bij dit blikje kokosmelk van Amaizin is Triodos Bank op meerdere vlakken betrokken. Ma’s ontvangt een handelsfinanciering van Hivos-Triodos Fonds. En DO-IT maakt onderdeel uit van de investeringsportefeuille van Triodos Food Transition Europe Fund (je kunt hier in beleggen via Triodos Multi Impact Fund). Dit fonds neemt deel in het aandelenkapitaal van Europese koplopers in biologische voeding. Tot slot financiert Triodos Bank zelf alle Ekoplaza’s in Nederland. Het merk Ekoplaza valt onder de biologische groothandel Udea.
Uiteindelijk zal een blik eerlijk geprijsde, biologische kokosmelk van Amaizin rond de 2 euro kosten – een cent daarvan wordt gedoneerd aan een Sri Lankaans project waar kinderen leren omgaan met computers en kookapparatuur. Blikjes van een euro kom je in sommige supermarkten ook wel tegen, maar dan zijn er volgens DO-IT slechts twee opties: “Ofwel het is verdund, ofwel de boer wordt onderbetaald.”
3. De groothandel: Udea
Vanuit de opslag van DO-IT in Barneveld gaan er geregeld pallets met Amaizin-kokosmelk en andere producten richting biologische groothandel Udea, die ze onder andere naar Ekoplaza-winkels brengt. “Onze directeur-eigenaar is onlangs nog naar Sri Lanka geweest om te zien hoe de kokosmelk van Ma’s gemaakt wordt”, zegt Steven IJzerman, kwaliteitsmanager bij Udea. “Ze zijn daar heel open in, van ‘kom maar kijken’.” Udea kiest ervoor om kokosmelk bij DO-IT af te nemen, vanwege hun kennis van de biologische markt. “Ze zijn net als wij 100 procent biologisch. In onze visie vallen een eerlijke samenwerking en zorg voor elkaar daar ook onder, en we zoeken bedrijven die dat ook zo zien. DO-IT is daar één van.”
Ook Udea zet in op een langetermijnrelatie. “We tenderen bijvoorbeeld niet, iets waar veel supermarktketens wel voor kiezen. Dan stel je eisen op en vraag je rond wie er onder die voorwaarden kan leveren. Zoiets gebeurt soms wel elk halfjaar opnieuw. Maar wij gaan niet elk halfjaar zoeken: wie maakt er nog meer kokosmelk?”
4. De winkel: Ekoplaza
Aan het eind van de rit belandt de kokosmelk bij Ekoplaza. Deze keten van biologische supermarkten verkoopt uitsluitend biologische producten en probeert met een herkenbaar huismerk biologisch eten toegankelijker te maken. De Amaizin-blikjes delen het schap met huismerk-kokosmelk, die een vergelijkbare prijs heeft, en een iets duurdere – want vettere – kokosmelk.
Er zitten meerdere zeeën tussen de ingeblikte kokosnoot in je kast en de boom waaraan hij groeide, maar volgens Mario de Alwis is de liefde waarmee zijn mensen de kokosmelk maakten gewoon meegereisd. “Eerlijkheid en tevredenheid in de keten komen de kwaliteit ten goede. Ik geloof erin dat tevreden mensen betere producten maken.”
Beeld: Ma's Foods, Pieter van den Boogert
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.