Op een regenachtige donderdag opent kunstenaar Leonard van Munster (50) de deur van zijn bijzondere werkruimte. De indrukwekkende glazen kas aan de rand van Amsterdam kreeg de naam ‘Biotoop 2.0’. Gastkunstenaars worden gevraagd de komende jaren ingrepen in de ruimte te doen, inspelend op thema’s als klimaatverandering, milieu en de maakbaarheid van ons bestaan.

Afgelopen september werd de plek officieel geopend door de Amsterdamse cultuurwethouder Touria Meliani. De werkplek van Leonard is mede tot stand gekomen door een financiering van Triodos Bank: “Ik maak kunst in de openbare ruimte. Met dit concept haal ik de openbare ruimte als het ware m’n atelier in. Het is een glazen stolp over een stukje natuurlijke leefomgeving. Hier kan ik naar hartelust dingen creëren, maar ik kan ook alles weer weghalen en weer iets nieuws maken.”

Natuur versus industrie

Terwijl reggae uit de speakers klinkt, geeft hij een rondleiding door de lichte ruimte. Voor de bouw van het 456 m2 grote bouwwerk zijn voornamelijk materialen gebruikt die volledig recyclebaar zijn. “Het regenwater wordt opgevangen in een reservoir en gebruikt voor de planten. Als de zon schijnt is het hier in een mum van tijd heerlijk warm en op bewolkte dagen zoals vandaag, kleed ik me warm aan. De stroom die gebruikt wordt, wek ik op met zonnepanelen”

De ene kant van de kas kijkt uit op een industrieterrein. “We zitten hier aan een rafelrand van de stad. In een van deze loodsen om de hoek zat Freddie Heineken opgesloten tijdens zijn ontvoering.” De andere kant van de kas kijkt uit op natuurgebied Het Geuzenbos, de leefomgeving van onder meer Schotse hooglanders en Koninkpaarden. “Hun looproute gaat precies langs mijn atelier, een prachtig gezicht. Dat vind ik het interessante aan dit gebied, de plek verbeeldt een kantelpunt: kiezen we voor behoud van natuur, of kiezen we voor meer industrie?”

Naast een moestuin en een kleine botanische tuin, afgewisseld met inheemse planten, komen op verschillende plekken nieuwe werken van Leonard tot stand. “Veel broedplaatsen en ateliers zijn tijdelijk. Zodra een plek aantrekkelijk wordt voor een projectontwikkelaar staan de kunstenaars weer op straat. Langer dan 5 jaar kun je meestal niets betaalbaars huren, dan kan je niets opbouwen. Ik stuitte op dit stukje grond, op deze unieke plek kan ik meer dan 50 jaar blijven. Nou, dan ben ik zelf al gerecycled.

Kleinste broedplaats van Amsterdam

Naast een plek waar Leonard nieuw werk maakt en eerder werk opslaat heeft hij in Biotoop 2.0 houten ateliers gebouwd die hij voor een lage prijs verhuurt aan andere kunstenaars. “Ik weet als geen ander hoe het is om geen betaalbare werkruimte te kunnen vinden. Nu heb ik hier zelf een broedplaats gerealiseerd, zij het de kleinste van Amsterdam.” Hij laat nog een ander groot houten vertrek zien. “Als deze ruimte straks af is, ben ik van plan om andere kunstenaars uit te nodigen voor samenwerkingen, als ‘artist in residence’.”

Biotoop 2.0. Foto: Jacob van Vliet
Biotoop 2.0. Foto: Jacob van Vliet

De openbare ruimte als galerie

De reden dat Leonard kunstwerken in de publieke ruimte maakt is niet geheel vrijwillig. Na verschillende kunstopleidingen studeerde hij in 1992 af aan de Gerrit Rietveld-academie. Daarna begon de kunstenaar meteen met werken: samen met twee vrienden vormde hij het collectief Dept en werkte veel in en voor het nachtleven voor clubs als de Chemistry en de RoXY. Leonard: “Toen na een aantal jaar bleek dat onze ambities van elkaar verschilden, stond ik op straat. Toen besloot ik om de publieke ruimte als mijn galerie te zien.”

“Als je de hele stad hebt om werk te maken, geeft dat veel vrijheid. Je kan hele grote werken maken. En een leuke bijkomstigheid van openbaar werk is dat ook jongeren die normaal gesproken niet vertrouwd zijn met musea en galeries in aanraking komen met kunst. Zolang je werk tijdelijk is, is er veel meer mogelijk. Het is vaak goedkoper te realiseren, het vergunningentraject is minder complex en je kunt inspelen op iets dat op dat moment speelt in de maatschappij. Na het plaatsen van werk komt er wel eens protest van mensen uit de buurt die het niet mooi vinden. Dat iets tijdelijk is verstomt dat protest. Het grappige is wel dat als het werk weer wordt weggehaald, er vaak wéér protest komt. Dan van bewoners die vonden dat het een leuke waardevolle toevoeging aan de buurt is.”

Onder zijn gevoerde oranje werkpak piept een lichtblauw overhemd met strak geknoopte stropdas. Het kunstenaars- en ondernemerschap zijn nauw met elkaar verweven, legt hij uit. “Als je niet ondernemend bent, blijft kunst op je zolderkamer en ziet niemand het. Je kunt mijn kunst op een dak zien staan, of midden in een vijver, maar er staat geen bordje bij met de maker of uitleg. Media-aandacht is dus nodig om bekendheid en nieuwe opdrachten te werven. Ik ben bezig met meer dan alleen het bedenken en creëren van nieuw werk: het regelen van vergunningen, draagvlak en financiering is noodzakelijk om een werk ook echt te kunnen realiseren. Juist de grote projecten vergen veel organisatie en regelwerk. Daarom draag ik onder mijn overall altijd een pak.”

Fortuna van Leonard van Munster
‘Under Fortuna’. Foto: Matthijs Immink

Maakbaarheid van het leven

Leonard draait aan een kaartenrek met foto’s waarop zijn veelzijdige werk te zien is. “Er zijn kunstenaars die werken met een vast thema, zoals de dood of schoonheid. Ik zie de werken die ik maak als bladzijden uit een dagboek. Het werk komt voort uit iets wat me op dat moment interesseert, of bezighoudt.” Soms gaan ze over zijn eigen gevoel, een verlangen, soms over politiek of een maatschappelijke thema.

Een voorbeeld hiervan is de boot die Leonard ten tijde van financiële crisis midden op de Amsterdamse Zuid-As plaatste. “Het is een beetje een ‘patserjacht’, een symbool voor het snelle geld. Op het eerste gezicht heeft het werk misschien een negatieve betekenis: een gestrand schip in het financiële hart van Nederland. Maar als je goed kijkt zie je dat de boot Fortuna heet, naar de Griekse godin van zowel tegen- als voorspoed. Zodra het water stijgt, kan de boot weer varen en van koers veranderen.”

Toonaangevend kunstwerk

Een van Leonards meest bekende werken is de fata morgana, geplaatst in de wijk Bos en Lommer onder het viaduct van de A10. Onlangs werd dit werk, ‘Under heaven 02’, uitgeroepen tot 1 van de 100 meest toonaangevende kunstwerken in de openbare ruimte sinds 1945. Onlangs werd het uitgeroepen tot 1 van de 100 meest toonaangevende kunstwerken in de openbare ruimte sinds 1945. Het is een werk wat zich bewezen heeft, en het verdient om voor de toekomst behouden te blijven. “Ik kan je nog zoveel foto’s uit het kaartenrek geven en er iets bij vertellen, uiteindelijk hoor je een werk toch zelf te ervaren.”

“Inmiddels ben ik twintig jaar bezig, en veel van mijn werken zijn al vernietigd. Sloop is immers goedkoper dan het onderhoud ervan. De fata morgana in Bos en Lommer is bijvoorbeeld vervallen door gebrek aan onderhoud. Ik ben op zoek naar mensen die willen investeren in het in stand houden van kunst in de publieke ruimte en wil daar een stichting voor oprichten.” Verder leidt samenwerking met innovatieve bedrijven tot nieuwe boeiende werken. “Zo heb ik onlangs op uitnodiging van de European Medicines Agency (EMA), drie nieuwe kunstwerken gerealiseerd voor de daktuin van hun nieuwe hoofdkantoor. Deze grote werken zijn geïnspireerd en gemaakt van laboratoriumglas waarbinnen water kolkt en rondstroomt.”

“Wij willen als mens het leven kunnen sturen en verlengen, maar water, de bron van het leven, stroomt hoe het wil en de glazen buizen die de richting bepalen, zijn zo breekbaar als het leven zelf. Naast het realiseren van meer permanente werken zal ik in toekomst installaties blijven maken in binnentuinen, op daken of in grauwe parkeergarages. Om zo mensen te blijven verrassen op onverwachte plekken.”