Reid en Cornelie voor de vuurtoren.
Reid en Cornelie voor de vuurtoren. Samen leidden ze een bijna autarkisch bestaan en streefden ze naar een wereld zonder verspilling van energie en grondstoffen.

“Er is hier elke dag wel iets moois te zien”, concludeert Cornelie (70) tevreden, als een imposante ijsplaat dof krakend van de slootkant afbreekt. Met straffe pas ­geeft ze een rondleiding over haar 3 hectare drassig land dat tegen de dijk bij het Friese Workum ligt. Langs de boomgaard, de bijenkasten, de moestuin, de schapen, geiten en kippen die haar in staat stellen om zelfvoorzienend te leven.

Cornelie is opgeleid tot arts, maar wist al snel: ik wil met mijn handen werken. Ze woont nu 28 jaar zonder gas, water en licht in het kleine vuurtorenhuisje boven op de dijk. Tot hij twee jaar geleden overleed, bestierde ze de boel samen met haar man Reid de Jong, die in 1967 het land in pacht kreeg van Staatsbosbeheer. Hij knapte de vervallen vuurtoren op, ze plantten bomen, groeven greppels voor afwatering en met instructie van Reid timmerde Cornelie onderkomens voor de dieren, een werkplaats en houtopslag, een drooghok voor aardappelen en dahlia’s.

Cornelie als imker
Als imker maakt Cornelie al 26 jaar honing met haar eigen bijenvolk van Nederlandse zwarte bijen. De bijen leveren jaarlijks zo'n dertig kilo honing. Niet alle honing wordt geoogst zodat er genoeg overblijft voor de bijen zelf.

Ritme van de natuur

In de winter begint haar dag wat later, want Cornelie staat op met het licht. “Het is zonde om al die petroleumlampen aan te steken voor een uurtje.” Dan loopt ze naar achteren om de dieren te verzorgen en te zien wat de dag brengt: “Een hek dat gerepareerd moet, of het is precies de goede windstille dag om de as uit de kachel te verspreiden onder de fruitbomen. Alles volgt een relatief strak schema omdat alle dingen hun eigen moment hebben.” Het werk is louterend, zegt Cornelie. “Ik kan fluitend de hele dag bezig zijn met een bijenhok timmeren.”

De geiten Teake en Eelke zijn Nederlandse Landgeiten, het enige originele Nederlandse geitenras. Zonder de geiten was een zelfvoorzienend leven onmogelijk voor Reid en Cornalie, zij leveren mest voor de moestuin, melk, kaas en vlees.
De geiten Teake en Eelke zijn Nederlandse Landgeiten, het enige originele Nederlandse geitenras. Zonder de geiten was een zelfvoorzienend leven onmogelijk voor Reid en Cornalie, zij leveren mest voor de moestuin, melk, kaas en vlees.

Zelfvoorzienend leven leert een mens de genoegens van ‘genoeg’, meent Cornelie. “Vroeger ging ik nog mee in de moderne tijd van altijd alles willen eten en maakte ik veel groenten in, zodat ik ook peultjes had in de winter. Maar nu eet ik dan gewoon zuurkool of spruitjes. En dan kan ik me echt verschrikkelijk verheugen op de eerste radijsjes, en verse doppertjes. Als je naar het ritme van de natuur leeft, gaat dat iets van je innerlijk worden.” Doordat Cornelie zo blij is met haar landje, zegt ze, hoeft ze nooit ver weg. “Ik zit nooit in een vliegtuig. Ik ben hier. Als alle mensen die tevredenheid zouden ervaren, dan zouden we aankunnen met veel minder jachthavens, parkeerplaatsen, bouwbedrijven. Dat zou een flinke lap grond opleveren, en het land zou er veel mooier van worden.”

Ook in de winter levert haar land overvloed, vindt Cornelie. Ze wijst de haan aan die de volgende is om geslacht te worden. Eieren heeft ze in september opgespaard. “En tegen de kerst beginnen de kippen weer te leggen, dan weten ze blijkbaar dat ik weer taarten wil gaan bakken.” In de tuin: prei, spruitjes, snijbiet, postelein en veldsla, paksoi en Chinese kool. In het onderhuis liggen gedroogde bonen, appels en peren, en in bakken met vochtig zand bieten en knolselderij. Met een brede lach: “Nou, daar kun je toch duizenden recepten mee verzinnen!

Cornelie met de eerste oogst van het nieuwe seizoen, sla en radijs. De trui die Cornelie draagt heeft ze zelf gemaakt van de wol van haar schapen. De mand is gevlochten door een bevriende mandenmaker.
Cornelie met de eerste oogst van het nieuwe seizoen, sla en radijs. De trui die Cornelie draagt heeft ze zelf gemaakt van de wol van haar schapen. De mand is gevlochten door een bevriende mandenmaker.

Ze ziet het als haar missie om te laten zien dat het kan: wol spinnen en je eigen trui breien, van eigen eieren genoeg pasta voor de winter maken. “Reid was toen hij begon een roepende in de woestijn, met zijn boodschap over circulair leven zonder kunststof. Mensen wilden voorgesneden groenten van de supermarkt. Nu heb ik het tij mee: al die tegels uit de tuinen worden weer gewipt.”

Saamhorigheid

Nu haar man er niet meer is, krijgt Cornelie vaak hulp met het onderhoudswerk en het verzorgen van de dieren van een jong stel, Jelger en Baukje. Vorige maand heeft ze met een van hen, Baukje, nog een ree geslacht. Het dier had zijn kop tussen de houten latten voor het huis gestoken en zijn nek gebroken. “We hebben hem voor het huis opgehangen en uit zijn jasje geholpen. Baukje leert razendsnel, ze is nu bezig om het velletje te looien.”  

Avond bij de vuurtoren. Binnen branden de olielampen. De vuurtoren is gebouwd in 1778 en deed tot 1932 dienst als lichtbaken voor de Nederlandse Zuiderzee.
Avond bij de vuurtoren. Binnen branden de olielampen. De vuurtoren is gebouwd in 1778 en deed tot 1932 dienst als lichtbaken voor de Nederlandse Zuiderzee.

Zonder Reid, merkt Cornelie, gaat er veel tijd zitten in het aan de praat houden van de kachel, de petroleumlampen bijvullen, water pompen. “Als je niet oppast ben je vooral bezig met voorzien in je basisbehoeften, waardoor je aan de leuke dingen als bier en kaas maken niet meer toekomt.” En in de moderne tijd zijn kolenbriketten en petroleum steeds duurder, en moeilijker te krijgen. Als Cornelie helemaal op hout moet overstappen, zal ze nog meer tijd kwijt zijn aan stammetjes kloven. Met de twee zonnecellen op het dak kan ze twee lampen laten branden en de hydrofoorpomp voor het grondwater aan de praat houden.

Voorlopig zijn er genoeg mensen om te helpen. “Hoe mooier je woont, hoe meer vrienden je hebt. Aan mijn steiger mogen mensen met hun boot in de zomer gratis liggen, in ruil voor een maaltijd aan boord met een lekkere fles wijn. Ze mogen in mijn tuin oogsten. Dat zijn fantastische avonden. En als ik moet hooien staan er zo 20 mensen op de stoep om te helpen. Samen roeien of tennissen is leuk. Maar samen iets functioneels doen, dat geeft zo’n saamhorigheidsgevoel, daar worden mensen echt hartstikke blij van.