"Het duurt nog even, maar het is wel de bedoeling dat wij hier samen oud worden, ist niet, menneke?” Initiatiefnemer Bas Brekelmans legt zijn hand op de schouder van Axel, een vierentwintigjarige jongen met een scheve pet op zijn hoofd. “Dat zou ik heel mooi vinden,” zegt Axel, en draait verlegen z’n gezicht weg.
Het is geen doorsnee-gesprek tussen een zorgverlener en een bewoner van een zorginstelling, maar het is wel precies wat Bas en zijn partner Sanne Pheninckx beogen met Kameraet. Op een verbouwde boerderij tussen de Brabantse bossen en maisvelden biedt het stel een thuis, begeleiding en dagbesteding aan tien jongvolwassenen. Zelf wonen ze er ook, met hun drie jonge kinderen. "Iedereen is wie die is en dat is gewoon goed, iedereen mag hier zichzelf zijn,” vat Sanne het motto van Kameraet samen. En dat is precies het motto waar Triodos Bank zich als financier graag achter schaart.
Opzichter
In zijn scootmobiel rijdt Axel rondjes over het terrein. Langs de picknickbanken van lunchroom Goed toeven, waar bewoners ijs, tosti’s en koffie serveren aan pauzerende fietsers. “Ruikt lekker, Lotte!” Roept hij zijn medebewoner toe, die achter het grote tosti-ijzer staat. Dan rijdt Axel verder, langs de grote zandbak naar de geitjes, shetlandpony’s en kippen, waar een andere huisgenoot drollen in een kruiwagen wipt. “Nou Axel, jij bent weer hard aan het werk, zie ik,” knipoogt een passerende begeleider. Op zich helpt Axel graag, zegt hij. De plantjes water geven of houten snijplanken versieren met de brander in de werkplaats. “Maar meestal ben je de opzichter hè?" grapt Sanne. Axel lacht: “Ja, ik ben heel goed in dealtjes maken.”
Dit is wat Sanne en Bas voor ogen hadden, toen jaren geleden het idee opkwam een eigen zorginitiatief op te zetten. Tijdens een opleiding voor zorgondernemers kreeg Bas de opdracht met lego zijn gedroomde zorginitiatief te bouwen. Het werd een plek waar alles samenkwam: zorg, ondersteuning, bedrijvigheid en buurtgenoten. Een plek waar jongvolwassenen met uiteenlopende behoeften en mogelijkheden een prettig leven kunnen leiden. Maar goed, dat was een droom van Lego-steentjes. Bij de sprong naar het echte Kameraet, van bakstenen, en met échte bewoners, dieren en gasten, was heel wat doorzettingsvermogen en creativiteit nodig.
Uitdaging
De drijfveer zat diep bij Bas. Al toen hij op zijn achttiende werkte bij een vakantiepark in de buurt, trok hij vooral toe naar de groepen mensen met een beperking die daar af en toe vakantie kwamen vieren. “Als je iets leuks voor hen verzorgde, al was het maar een ijsje met alles erop en eraan, kon je echt een feestje bouwen, ze gingen er helemaal in op.”
Het inspireerde Bas tot een opleiding verpleegkunde en vervolgens die ondernemersopleiding van de Lego-zorginstelling. Sanne werkte als gymdocent in het speciaal onderwijs en besloot vervolgens tot een studie ergotherapie. Toen ze niet langer alleen een stel, maar inmiddels een jong gezin vormden, werd Bas’ droom van Legosteentjes langzaamaan hun gezamenlijke ambitie. Sanne: “Doelen stellen en dan keihard werken om die te behalen, die uitdaging, dat is iets waar we allebei goed op gaan.” Soms kwam er meer uitdaging dan hen lief was, bijvoorbeeld toen na maanden van gedraal bleek dat de beoogde geldschieter geen geld had. Sanne: “Als het eenmaal is gelukt, lijkt het allemaal zo overzichtelijk. Maar we hebben wat af gestrest.”
Vertrouwde gezichten
Binnen bij Goed toeven schuiven Ine Clasquin en Lien Rombouts aan voor een van Lotte’s rijkbelegde tosti’s. De twee vriendinnen uit het nabijgelegen Bladel kwamen op een dag aanwaaien bij Kameraet tijdens een wandeling en wisten meteen dat ze zich aan het initiatief wilden verbinden. Lien: “De mooie plek, de gezelligheid, de positieve sfeer, het voelt gewoon fijn hier.” Als vrijwilligers bieden ze eens in de twee weken iets extra’s bij de dagbesteding. Deze ochtend wandelden ze met de bewoners naar een blokhut in het bos. Lien: “We hebben koffiegedronken en wafels gemaakt. Het hoeft niet veel om het lijf te hebben, maar het doet me goed die blije snoeten te zien.”
Buiten lopen Bas en bewoner Giel schouder aan schouder voorbij. “Daar zijn ze helemaal weg van, van die Bas,” wijst Ine hen na. “Je zou iedere ouder van een kind met een beperking een plek als deze gunnen. Een echt thuis, met die persoonlijke band.” Ine kan het weten. Haar zusje heeft een verstandelijke beperking en woont in een grootschaliger instelling. “Zij ziet zo veel verschillende verzorgers en begeleiders, dat is steeds opnieuw aftasten. Heel anders dan hier, waar de begeleiders en bewoners echt een band opbouwen.”
Veel families zitten verlegen om een plek als deze. Bij Kameraet stroomden nog voor opening de aanmeldingen binnen. “En dat zie je eigenlijk bij alle kleinschalige instellingen die wij financieren,” zegt Joyce Sjoerds, die bij Triodos verantwoordelijk is voor die financieringen. De reden dat veel ouders kiezen voor een plek als Kameraet, overlapt met de overweging van Triodos om zo’n initiatief te financieren. Joyce: "Wij willen bijdragen aan aandachtsrijke en persoonsgerichte zorg voor kwetsbare mensen. Precies zoals Kameraet dat biedt. Daarbij kijken we natuurlijk ook naar het financiële plaatje, maar de zorginhoudelijke kant is net zo belangrijk.”
De geur van een ovenschotel
Axel parkeert zijn scootmobiel en gaat met zijn dansende pas voor richting het deel van de boerderij waar hij met negen huisgenoten woont. Het terras naast de schommels en een bloemperk zat een paar weken geleden vol vrienden en familie van Axel. “Voor mijn verjaardag,” glundert hij. De lunchroom en dagbesteding dragen bij aan levendigheid die de plek ook aantrekkelijk maakt voor het vrienden en familie van de bewoners, licht Bas toe. “En dat is wat bewoners het liefst willen, onder de mensen zijn, deel uitmaken van de maatschappij.”
“Welkom in het mooiste huis,” zegt Axel, terwijl hij de deur naar het gedeelde woonvertrek opent. De woonruimte is opgedeeld in kleinere vertrekken. Een aantal medewerkers heeft zich gebogen over de inrichting van de verhoogde opkamer, die met de comfortabele stoelen, dekentjes, hangplanten en lichte houten vloer niet zou misstaan in een hip koffiehuis. “Aan een brandblusser en een nooduitgang ontkom je niet,” licht Sanne toe. “Maar verder willen we het hier zo huiselijk mogelijk houden. Geen systeemplafonds, geen rvs-keukenblok.”
Vanavond schaft de pot een ovenschotel met zoete aardappel, is te lezen op het weekmenu in de keuken. “Veel instellingen warmen kant-en-klaarmaaltijden op,” zegt Sanne. “Dat is misschien efficiënter, maar wij vinden het belangrijk om hier te koken. Het biedt bewoners de mogelijkheid te helpen en bovendien: de geuren van een ovenschotel of pannen op het vuur dragen ook bij aan het gevoel van thuis.”
Pitabroodjes met shoarma
In de eetkamer hangen foto’s van de bewoners bij uitjes. Bijvoorbeeld op de kermis, waar ze ook dit jaar met Bas naartoe gingen. “We dronken bier en Flügel en aten pitabroodjes met shoarma,” Axel begint weer te stralen bij de herinnering. “Het zijn de kleine uitjes die het leven leuk maken,” zegt Bas, "Zo simpel, maar het wordt vaak niet gedaan.”
De jongeren wonen ieder in een studio met een badkamer en een klein keukenblok. Die van Lotte, met uitzicht over de weilanden en de bosrand, heeft roze muren, plantjes in de vensterbank en een bank die bedolven is onder kleurrijke knuffels. “Deze kamer, die vrolijkheid, dat is precies hoe Lotte is,” constateert Bas tevreden. En dat is de bedoeling bij Kameraet. Met een enkele bewoner werken Bas, Sanne en de begeleiders naar een zelfstandiger bestaan, maar voor de meesten ligt de toekomst hier, thuis. Sanne: “Voor hen is het ons doel om hier zo prettig mogelijk samen te leven.”
Opluchting
Vorige winter, er was net een dik pak sneeuw gevallen, hield Kameraet open dag. Er kwamen maar liefst 300 geïnteresseerden uit de omgeving op af. In de studio’s vertelden een paar ouders wat de plek voor hen betekent. Bas: “Ze beschreven de opluchting die ze ervaren nu hun kind hier woont. “Ook als ons iets overkomt, weten we nu dat ons kind op een plek zit waar zij het goed heeft.” Die gesprekken voer je niet dagelijks met ouders, dus dat was voor ons bijzonder om te horen.”
Nu Kameraet loopt, begint het bij Bas en Sanne toch weer te kriebelen. Ze wijzen naar het braakliggend weiland naast hun perceel. Sanne: “We weten nu hoe het moet. En er is nog zoveel behoefte aan deze zorg. We willen dus graag een tweede huis opzetten. Maar dan in een volledig biobased gebouw.” De gesprekken met onder meer de gemeente en provincie lopen.
Voor het huidige Kameraet is het voort zo die gaat. “Die kermis, daar zie ik mezelf over tig jaar nog steeds met onze bewoners naartoe gaan”, mijmert Bas. “Ja hoor, lekker bier drinken,” glimlacht Axel.
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.