Triodos Bank gelooft in de kracht van voedsel produceren met de natuur. De boeren die klant bij ons zijn werken volgens biologische en biologisch-dynamische principes. Zij laten dag in dag uit zien dat je binnen de planetaire grenzen voldoende én gezond voedsel kunt produceren, zonder kunstmest en synthetische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. De aanbevelingen die we aandragen zijn haalbaar. Deze boeren verdienen de steun van politieke partijen zodat gezond en met de natuur de norm wordt. 

Zo kunnen we de oplossingen voor gezondheid, klimaat, stikstof, water, bodem en dierenwelzijn opschalen. Om politieke partijen te helpen, doen we 18 aanbevelingen voor de verkiezingsprogramma’s én het coalitieakkoord.

Hoeveel landbouwdieren telt ons land?
Hoeveel landbouwdieren telt ons land? (bron CBS)

Verander het systeem

Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw is het aantal boeren elke 25 jaar gehalveerd. Boerderijen groeiden en de bio-industrie werd geboren. Ons land telt zo’n 100 miljoen kippen, 11,4 miljoen varkens en 3,8 miljoen runderen. Daarmee hebben we binnen de EU de hoogste dichtheid van veedieren. Dat maakt ons ook de tweede landbouwexporteur van de wereld (op de VS na) en de grootste importeur van Braziliaanse landbouwgoederen, met name sojaschroot voor veevoer.

Paul Kortekaas, manager landbouw en voeding bij Triodos Bank: “We moeten naar een voedselsysteem dat in evenwicht is met de natuur. Eentje waarvoor er geen regenwoud gekapt hoeft te worden voor dieren die in Nederland in betonnen bakken leven. Wie zijn wij om te beslissen dat dieren zo moeten leven? De huidige landbouw is onhoudbaar geworden, voor boeren, voor de natuur, voor de dieren. We kunnen zoveel beter!”  

1. Beschouw gezond, duurzaam voedsel als basisvoorziening.

Net zoals schoon drinkwater en een dak boven je hoofd. Marktwerking en winstmaximalisatie als primaire drijfveren in ons voedselsysteem zijn onwenselijk en onhoudbaar.

2. Keer het tij in de landbouw: van intensief naar extensief.

Streef naar méér boeren die met minder opbrengst per hectare een prima boterham kunnen verdienen en kwalitatief goed en gezond voedsel kunnen verbouwen.

3. Boeren werken grondgebonden en met korte kringlopen.

Hier valt onder: volledig plantaardige productie, gemengde bedrijven of koppelbedrijven die mest en voer uitwisselen. Er wordt niet meer mest toegediend dan dat door het bodemleven ‘gebonden’ en gemineraliseerd wordt. Zo spoelt er geen nitraat naar het grond- en oppervlaktewater.

4. Landbouwgrond wordt hoofdzakelijk ingezet voor productie voor menselijke consumptie.

De hoeveelheid dieren wordt in lijn gebracht met het voer dat via kringlooplandbouw lokaal kan worden geteeld op gekoppelde landbouwgrond, aangevuld met reststromen van voedselproducenten, supermarkten en horeca. De afhankelijkheid van veevoer van buiten Nederland wordt snel afgebouwd.

5. Zet in op een ander consumptiepatroon.

Ons huidige consumptiepatroon met in verhouding meer dierlijk dan plantaardig eiwit is voor mens, dier en natuur ongezond en onhoudbaar. We zijn door gerichte marketing veel meer zuivel en vlees gaan eten, we kunnen dit ook weer omkeren. Veel groenten, biologisch, onbespoten en gezond wordt (weer) de basis van ons dieet (zie aanbevelingen onder 2).

Naar een gezonder voedselsysteem

Steeds meer mensen kunnen zich geen gezond dieet veroorloven, de aantallen daarvan stijgen jaarlijks. Naar verwachting is dit inmiddels als gevolg van inflatie (sterk) gestegen. Het overheidsbeleid draagt hier nu niet ten goede aan bij. Wereldwijd geven overheden samen ieder jaar 540 miljard dollar aan overheidssteun voor de landbouwsector. Het grootste deel van die overheidssteun gaat naar de productie van zuivel en vlees in landen met hoge- en middeninkomens. Driekwart van de steun werkt bovendien prijs verstorend en is schadelijk voor het milieu.

Bijna 60% van de Nederlandse bevolking heeft één of meer chronische ziekten. Dit percentage loopt jaarlijks op. De relatie tussen ziektes als Parkinson en bepaalde vormen van kanker en het gebruik van pesticiden of de consumptie van grote hoeveelheden (rood en bewerkt) vlees wordt in de wetenschap met toenemende zekerheid gelegd. Daarnaast kampt de helft van de volwassenen en 15% van de kinderen met overgewicht. Ook deze percentages lopen jaar na jaar op.

Paul Kortekaas
Paul Kortekaas, manager landbouw en voeding bij Triodos Bank Nederland

Paul: “We beseffen te weinig hoe ons landbouwsysteem verbonden is met onze gezondheid. Kijk maar naar de EU die aan de ene kant doelstellingen heeft voor meer biologische landbouw, maar aan de andere kant op het punt staat  het uiterst risicovolle bestrijdingsmiddel glyfosaat de komende vijftien jaar nog toe te staan. Dat is zacht gezegd nogal tegenstrijdig. Triodos bank financiert al meer dan veertig jaar akkerbouwers die volledig biologisch werken. Het kan.”

6. Maak gezondheid voor mens, dier en natuur het uitgangspunt van voedsel en landbouwbeleid.

Op die manier dragen de voedselketen en de landbouwsector bij aan doelen op het gebied van preventie, het behapbaar houden van kosten van zorg, klimaat, stikstof, natuur, waterkwaliteit en het bodemleven.

7. Neem het EAT-Lancet dieet als uitgangspunt voor beleid.

In dit dieet worden zowel de gezondheid van de mens als de gezondheid van ecosystemen tot een wetenschappelijk onderbouwd dieet gevormd. Het betekent bijvoorbeeld dat we meer plantaardig eten en minder dierlijk. Triodos Bank gebruikt zelf de richtlijn 80% plantaardig, 20% dierlijk (ons huidige eetpatroon bestaat uit ongeveer 40% plantaardig en 60% dierlijk en de overheid zet in op 50%).

8. Supermarkten kunnen veel meer doen om gezonde voeding toegankelijk en betaalbaar te maken.

Dat betekent onbespoten, veel groenten en hoofdzakelijk plantaardig. Nu is 80% van de aanbiedingen in de supermarkten ongezond. Middels normeren en beprijzen worden supermarkten aangezet om hun verantwoordelijkheid te nemen.

  • Verplicht eerlijke prijzen: gezond, lokaal en biologisch wordt betaalbaar, ongezond en vervuilend wordt relatief duurder. Een 0% BTW tarief op (bij voorkeur) biologische groente en fruit en een suiker- en vleestaks zijn effectieve instrumenten.
  • Stel bindende doelstellingen voor het verminderen van de verkoop van dierlijke eiwitten, lokale producten in de schappen en een toename in het aandeel biologische producten.

9. Maak biologisch, lokaal en overwegend plantaardig de norm voor inkoop door overheden.

Denk daarbij ook aan het aanbod van scholen, ziekenhuizen, buurthuizen, kinderdagverblijven, gevangenissen, verpleegtehuizen en bedrijfskantines. Integreer gezonde voeding in het onderwijs.

Biologisch = logisch

Een biologische melkveehouderij stoot gemiddeld 40 tot 50% minder stikstof uit. Ook  voor andere beleidsdoelen zoals klimaat, bodem, water, dierenwelzijn, luchtkwaliteit en biodiversiteit scoort biologisch en met name biologisch-dynamisch vele malen beter dan andere vormen van landbouw. Nederland is het enige land in Europa dat de biologische landbouw niet gericht stimuleert. Nederland is bovendien het enige land dat Europese subsidies niet benut voor het vergroten van het aandeel biologische landbouw. De doelen om het aandeel biologische landbouw in Nederland te vergroten zijn de afgelopen 20 jaar niet gehaald.

De grootste uitdaging voor biologische boeren is een goede en groeiende afzetmarkt. Er is een wachtrij aan boeren die willen omschakelen en er zijn zelfs boeren die weer terug schakelen vanwege een onzekere afzetmarkt. De vraag wordt onder meer beperkt door de hoge marges die supermarkten rekenen voor deze producten.

10.  Wees helder en concreet met keurmerken. Steun biologisch en biologisch-dynamisch. 

De termen duurzame landbouw, kringloop landbouw, regeneratieve landbouw en natuur inclusieve landbouw worden veelvuldig door elkaar gebruikt zonder dat duidelijk is wat ermee bedoelt wordt. Biologische en zeker biologisch-dynamische landbouw overlapt met veel van de principes die met voorgenoemde termen worden bedoelt en maakt het bovendien concreet en meetbaar. Er is een bestaand keurmerk dat kan worden doorontwikkeld.

  • Doe niet mee aan verwarring door (hippe) termen te gebruiken die niet helder en concreet zijn. Steun biologisch en biologisch-dynamisch. Dat bestaat al, het werkt al. Ook bij biologisch zijn verbeteringen mogelijk en noodzakelijk, maar het biedt een duidelijk vertrekpunt wat in de basis al klopt en in de praktijk bewezen is.
  • Zet geen alternatief keurmerk naast biologisch, dit kost onnodig veel tijd en energie en ondergraaft de kwetsbare afzetmarkt van bestaande koplopers in de biologische en biologisch dynamische landbouw.

11. Maak de Europese doelstelling voor biologische landbouw (minimaal) leidend in Nederland: 25% biologische landbouw in 2030.

 

12. Benut de maximaal toegestane Europese landbouwsubsidie (GLB-toeslag) voor het vergroten van het aandeel biologisch.

    13. Stimuleer en vergroot de afzetmarkt voor biologische producten met concrete en passende maatregelen.

    • Vergoed de kosten voor de certificering en toezicht van het Skal- en Demeterkeurmerk. Dit is het keurmerk voor biologische boeren. Omschakelaars en gecertificeerde boeren betalen dit nu zelf.
    • Verplicht supermarkten hun aandeel biologisch te vergroten (zie ook aanbevelingen ‘gezondheid’ en ‘ketenpartijen’) en voorkom perverse marges en prikkels, zoals vage alternatieve keurmerken. Die schaden de afzetmarkt alleen maar. 
    • Maak werk van eerlijke prijzen. Wat vervuilend is, is nu goedkoop en wat goed is voor mens, dier en natuur is duur. Dat moet omgekeerd. Om te beginnen door de externe kosten van producten - denk aan vervuiling, ontbossing, excessief watergebruik - te beprijzen. Maar ook door biologische boeren met overheidsbeleid extra rugwind te geven. Hiermee wordt biologisch een aantrekkelijker verdienmodel voor ondernemers en bereikbaar voor een grote groep consumenten.

    Grond en grondprijzen

    Nederland heeft de duurste landbouwgrond in Europa. Dit geeft veel druk op de productie per hectare om te kunnen concurreren op een Europese of zelfs mondiale markt. Nederland kan zoveel produceren per hectare vanwege hoge import van krachtvoer, kunstmest en pesticiden én als gevolg van subsidies en financiering die hierop aansturen (bron WUR).

    Op dit moment wordt 70% van de landbouwgrond in Nederland gebruikt voor de veeteelt. Daarnaast wordt uiteraard ook nog landbouwgrond in het buitenland - 1,25 miljoen hectare - gebruikt voor de productie van veevoer voor vee in Nederland.

    De hoge grondprijzen in Nederland zijn een obstakel om minder intensief en meer met de natuur te gaan boeren. In o.a. Frankrijk wordt door de overheid op basis van maatschappelijke criteria ingegrepen in de grondmarkt waardoor prijzen behapbaar blijven. Nederland moet ook in actie komen om grondprijzen bereikbaar te maken voor biologische en biologisch-dynamische boeren.

    14. Steun pioniers die landbouwgrond beschikbaar maken. 

    Denk aan pioniers die door middel van crowdfunding en samenwerking tussen boeren en burgers landbouwgrond voor een realistische prijs beschikbaar stellen voor extensieve landbouw, zoals Aardpeer, Land van Ons en Herenboeren.

    15. Richt grondbanken op vanuit publiek-private samenwerking met een democratische grondslag.

    Bijvoorbeeld door middel van een burgerraad.  Grondbanken kunnen die grond voor de lange termijn voor behapbare prijzen en tegen specifieke voorwaarden verpachten. Zo krijgen bijvoorbeeld beginnende boeren die van school komen de kans een bedrijf te starten dat biologisch - of beter nog - biologisch-dynamisch is. Als je dit in samenwerking doet met grondbanken, kun je ervoor zorgen dat deze boeren een kans krijgen en pas pacht hoeven te betalen als ze winst maken. Stel ook eisen aan het gebruik van de grond wat betreft verduurzaming, met biologisch als minimale ondergrens.

    Rol van ketenpartijen

    Andere partijen dan de boeren, zoals supermarkten, veevoeders en banken hebben hun winst in de afgelopen decennia fors zien stijgen. Er zijn al meerdere moties aangenomen in de Tweede Kamer over de bijdrage van ketenpartijen aan de verduurzaming van de landbouwsector waar nog uitvoering aan gegeven dient te worden. Denk aan de motie Thijssen waarin de ketenpartijen moeten worden verplicht om mee te betalen aan de landbouwtransitie en de rekening niet alleen bij boeren en burgers neer te leggen.

    Paul: “Het is al eerder gezegd: de boer heeft geen verdienmodel, de boer is een verdienmodel voor allerlei partijen in de keten in het huidige systeem. Denk aan veevoerbedrijven, voedselverwerkers, slachterijen, supermarkten en bepaalde financiële instellingen. Dit zijn grote bedrijven die veel winst hebben gemaakt voor hun aandeelhouders en nu niet thuis geven als de rekening op tafel komt. Bovendien zullen zij hun invloed uitoefenen om zo lang mogelijk te blijven profiteren. Zij zijn ook aan zet om sneller te verduurzamen, het gaat niet vanzelf.”

    16. Laat ketenpartijen meedoen en meebetalen op basis van hoe duurzaam ze zijn.

    Zo hebben zij ook een motivatie om sneller te verduurzamen. De last ligt dan niet alleen bij de boeren.

    Lees hier alles over hoe we naar een nieuw voedselsysteem gaan

    Eerlijk eten

    17. Belast partijen die zich niet houden aan de doelen voor biologisch.

    We bepleiten een heldere normering zodat niet-duurzame activiteiten kunnen worden beprijsd en subsidies juist verdere verduurzaming mogelijk maken. De overheid wil bijvoorbeeld naar 15% biologisch in 2030. Dan moet je er op zijn minst voor zorgen dat supermarkten, banken en andere ketenpartijen ook bijdragen aan de transitie naar een gebalanceerd en veerkrachtig ecosysteem. En als ze zelf die 15% niet halen, zij daarvoor belast worden. 

    18. Verplicht banken om extra kapitaal opzij zetten om bedrijven te stimuleren over te schakelen naar biologisch.  

    Dit is onderdeel van die heldere normering. Banken moeten dit doen wanneer ze er niet in het aantal biologische boeren en bedrijven in hun portefeuille niet in de pas loopt met de (nationale) doelstelling. Of als de bedrijven in hun portefeuille niet kunnen voldoen aan doelstellingen, bijvoorbeeld wat betreft de reductie in het gebruik van pesticiden en kunstmest.