Het is een zachte lenteochtend. De tuin van Claudy Jongstra’s boerderij in Friesland staat in bloei; brandnetels, vlierbloesem en de naar ui geurende, groene bladeren van daslook. In deze tuin - vormgegeven en onderhouden door Claudia Busson, de vrouw van Jongstra - worden planten gekweekt waar natuurlijke verf van wordt gemaakt, om wol mee te kleuren. “Eigenlijk maakt het niet uit welk seizoen het is; je kan op elk moment van het jaar planten verzamelen in de natuur”, zegt Jongstra. “Met schorsen en schillen in het najaar kan je ook kleuren.”

Van Spaanse herders tot het Stedelijk Museum

Dertig jaar geleden begon Claudy Jongstra haar carrière in de mode en werkte ze samen met beroemde modeontwerpers als John Galliano en Christian Lacroix. In de vroege jaren 2000 begon ze zich meer te richten op duurzaamheid en het gebruik van natuurlijke materialen. Ze startte haar eigen boerderij met schapen voor de wol in haar kunstwerken, en kweekte planten voor zelfgemaakte, natuurlijke kleurstoffen. Inmiddels zijn de eigen schapen van het erf verdwenen en werkt ze samen met een schapenboer uit Friesland en een Spaanse herder, die naast het produceren van wol ook aan ecologisch landschapsbeheer doet.

Haar kunstwerken zijn opgenomen in de collecties van grote musea, denk aan het San Francisco Museum of Modern Art, Stedelijk Museum in Amsterdam en het Victoria and Albert Museum in Londen. Ook maakte ze monumentale werken voor openbare gebouwen als de Openbare Bibliotheek Amsterdam en het Lincoln Center in New York.

Kennis over natuurlijk kleuren delen

Op haar boerderij in Friesland maakt ze niet alleen haar kunstwerken, ze geeft hier ook haar kennis door aan verschillende doelgroepen. Deze ochtend geeft ze les over natuurlijk kleuren aan nieuwkomers, de andere keer zijn het studenten uit Florence, die hier de master ‘Farm to Fabric to Fashion’ volgen. “Bij ons volg je het proces van het zaaien, verzorgen, groeien en oogsten om het vervolgens te transformeren naar een kleur.”

Alles wat hier qua kennisdeling tot stand komt, wordt met de verkopen uit de kunstwerken van Jongstra gefinancierd. “Mensen die een kunstwerk kopen, werken dus ook mee aan bewustwording, en het financieren van landbouwprojecten en onderwijs. Want het onderwijs, daar begint de verandering”, zegt Jongstra. “Bewustzijn, nieuwsgierigheid en snappen hoe processen werken. Als je begrijpt wat de impact is van chemische verfstoffen op onze watervoorziening, dan raak je die nooit meer aan.

Toekomstperspectief

Wereldwijd zijn ambachten aan het verdwijnen en juist met het doorgeven van haar kennis hoopt Jongstra op nieuwe perspectieven voor de toekomst. Ze vertelt dat ze voorstander is van kleinschalige biodiverse landbouw. “Het gaat niet alleen maar over het ecologische aspect, maar ook heel erg over het sociale. Als je als boer verschillende vormen van boerschap uitoefent, dan heb je ook verschillende vormen van inkomen. Gisteren was ik bij landgoed Rorik in Beverwijk. Daar werken ze volgens biologisch dynamische landbouw, er is een wijngaard, een camping, een restaurant en er rijdt een pendelbus vanuit Amsterdam heen en weer. Ze zijn daar niet alleen boer en chef maar ook onderwijzer, want ze geven de mensen die er komen bewustwording en kennis mee.”

Zelf is Jongstra betrokken bij een landbouwproject in Engeland, een half uur van Londen vandaan: Waltham Place. “Samen met Demeter Foundation wordt er verkend of er op deze boerderij komend jaar historische verfplanten kunnen worden verbouwd, samen met regeneratieve modestudenten van Central Saint Martins College of Art and Design. De tweeds van de Engelse koningshuizen werden bijvoorbeeld altijd gekleurd met brandnetel. Studenten ervaren op het land wat nodig is en verbinden zich met de bronnen die ze gebruiken.”

“Klimaaturgentie is een ingewikkeld begrip, maar als je op het land ervaart wat de zoveelste regenbui doet, dan voel je: er is balans nodig”, vervolgt ze. “Je gaat snappen wat de kosten zijn van een kledingstuk. Het gaat niet alleen over het herstellen van de biodiversiteit en het behouden van erfgoed, maar ook over nieuwe economische en sociale perspectieven. Landgoed Rorik en Waltham Place liggen aan de rand van grote metropolen. Door dit soort plekken te ontwikkelen, krijg je weer verbinding met de stad.”

Duurzame kunstpraktijk

Drie decennia later rijst de vraag: hoe gaat ze de kennis die in haar bedrijf zit straks doorgeven? Jongstra: “Onze kinderen zeiden: misschien moeten we iets ontwikkelen met een minder direct persoonlijk handschrift. De kunstwerken ontstaan weliswaar door verschillende processen waar een heel team mee bezig is, maar ze hebben mijn persoonlijke signatuur. Onze jongste zoon zei toen: misschien kunnen we een kleding- en interieurmerk lanceren, waarvoor je gastontwerpers kunt vragen en producten ontwikkelt die in series worden geproduceerd. Zo kunnen we het merk laten groeien en hebben de boeren waarmee we werken zekerheid van inkomen. Zo ontstond Loads Collection.”

Iedereen helpt mee

Het opzetten van een duurzaam merk is geen gemakkelijke weg. “Mode is een moeilijk segment, omdat er veel marge zit bij de winkels. Daarom zijn we heel actief met het vinden van potentiële kopers voor Loads Collection. We verkopen onder andere in de museumwinkel bij Museum De Lakenhal, we doen online verkoop en we hebben een prachtige opdracht voor Bankside Hotel in Londen gekregen. Opdrachtgevers zoals Bankside Hotel zijn nodig. Je wil mensen zoals de general manager van Bankside, een Nederlandse jongeman, die zeggen: ja het is duurder, maar we doen het, omdat we geloven in de beweging. Mensen, dus, die zich inzetten voor de toekomst en positiviteit laten zien. De realiteit is: van deze mensen zijn er niet zoveel.”

Jongstra heeft met Loads Collection de suites gestyled van Bankside Hotel. “De dekens zijn gemaakt van merinowol uit Spanje, van een kudde schapen uit het natuurgebied Extremadura. De kussens zijn gevuld met restwol en gekleurd met zonnebloemen en uienschillen, van Nederlandse biodynamische boerenbedrijven. En we kleuren met Coreopsis, een heel mooi klein plantje, waarvan de bloemetjes met de hand worden geplukt. Dus je kunt je voorstellen dat dat heel veel werk is.”

“Mijn oudste zoon heeft dit jaar meegeholpen met de oogsten in Spanje. En dan doet de hele gemeenschap mee. ‘s Ochtends om zeven uur begint iedereen uit het dorp mee te werken, er is niet eens een oproep nodig. Waarom iedereen meehelpt? Omdat het fijn is om ergens bij te horen. Om met elkaar voor iets te zorgen. Dat maakt gelukkig. Zeker in deze solistische samenleving.”

De tijd neemt

Terug naar de tuin in Friesland. Over enkele ogenblikken komen haar studenten aan. Vandaag staat de brandnetel centraal. “Van de vezel van de brandnetel kan textiel gemaakt worden, maar ook thee en soep voor de lunch. Er is dus heel veel om bij stil te staan terwijl we aan het werk zijn. Zo’n leerdag is zo gevuld. Wij noemen het altijd ‘time consuming processes’. Want we vinden niet dat al die handelingen, die uiteindelijk tot bruikbaar textiel of eetbaar voedsel leiden, tijd kosten, maar dat ze tijd nemen. Want alleen al het woord 'kosten' betekent dat we ons werk en ons handelen reduceren tot iets puur economisch. We zien dat onze meer holistische benadering mensen goed doet. Het werken in de tuin roept iets heel anders bij je op dan wanneerje achter een computer zit. Wat ook goed is, begrijp me niet verkeerd. Maar het gaat ons heel erg om balans.