Al lijkt het nog ver weg, je gunt je kleinkinderen een voorspoedige financiële start als ze straks op eigen benen staan. Misschien wil je een handje helpen bij het betalen van een opleiding, rijbewijs of zelfs een koopwoning. “Als je de mogelijkheid hebt, kun je een groot verschil maken in het financiële leven van je kleinkinderen,” zegt Leendert. Voor jongeren zelf is het vaak niet eenvoudig om een mooi bedrag bij elkaar te sparen; het minimumloon is momenteel nog geen 7 euro per uur voor 18-jarigen.  

Een beetje financiële ondersteuning is dus welkom. Wat zijn de mogelijkheden voor grootouder? En waar moeten zij rekening mee houden?

Een portretfoto van Leendert Schipper van Triodos Bank.
Leendert Schipper van Triodos Bank.

Belastingvrij schenken

Je kunt natuurlijk maandelijks of jaarlijks een bedrag opzijzetten op een eigen spaarrekening, met de intentie dat geld op den duur aan je kleinkind(eren) te schenken. Maar belastingtechnisch is dat niet de slimste optie. Je kunt jaarlijks namelijk 2.658 euro (anno 2024, dit bedrag wordt ieder jaar gecorrigeerd voor inflatie) belastingvrij schenken aan een kleinkind – even veel als aan willekeurig welk persoon. Over schenkingen boven dat bedrag moet 18 procent belasting worden afgedragen.

Mocht het een optie zijn, dan is het dus slimmer om die belastingvrije schenkingsruimte elk jaar zoveel mogelijk te benutten. 
 

In gesprek met de ouders of verzorgers

Om jaarlijks te kunnen schenken aan je kleinkind, heeft hij of zij een eigen spaar- of beleggingsrekening nodig. Zo’n rekening openen is een fluitje van een cent, maar daarvoor heb je wel de ouders of verzorgers van het kind nodig. Zij zijn degenen die zo’n rekening kunnen openen. “Het is sowieso goed om in gesprek te gaan met de ouders,” tipt Leendert. “Wellicht heb je een bepaald doel voor ogen met de schenking. Een opleiding, of een betekenisvolle reis. Door de ouders en het kleinkind daarin mee te nemen, kan de schenking onderdeel worden van de financiële opvoeding van het kleinkind. Dan weet het kind dat hij of zij dat geld zal ontvangen en wat de verwachtingen daarbij zijn.” 

In principe is het namelijk aan het kleinkind zelf om, als het 18 wordt, te bepalen wat er met het geld gebeurt. “Je kunt zo’n doel ook vastleggen in een schenkingsakte, maar stap je dan echt naar de rechter als je kleinkind het geld toch anders besteedt?” vraagt Leendert zich af. “Ik denk dat het beter werkt als je er samen over in gesprek gaat.”

Vermogen voor de ouders

Nog een reden om de ouders erbij te betrekken: tot de 18e verjaardag valt de inhoud van de spaar- of beleggingsrekening onder hun vermogen, dat wordt belast in box 3. Per ouder geldt een heffingsvrij vermogen van 57.000 euro (114.000 euro per stel). Daarboven moeten zij jaarlijks vermogensbelasting afdragen. Daarnaast kan het vermogen invloed hebben op het recht op toeslagen, zoals die voor zorgkosten of huur. Op de site van de Belastingdienst lees je waar de vermogensgrens ligt voor de verschillende toeslagen.

Ook goed om te weten: de rente over het spaargeld van kleinkinderen komt formeel de ouders toe. Dat heet ‘ouderlijk vruchtgenot’, maar de meeste ouders laten dit geld ongemoeid, aldus Leendert. “Als ouders het geld inderdaad met rust laten, ontvangt het kleinkind rente op rente. Die versnelde vermogensgroei noemde Albert Einstein naar verluidt het ‘achtste wereldwonder’.” 

Een voorbeeldje ter illustratie: wie 10.000 euro achttien jaar lang tegen 3,5 procent rente vastzet en de jaarlijkse rente met rust laat, heeft na achttien jaar 18.575 op de spaarrekening staan. Haal je het rendement jaarlijks van de rekening af, dan eindig je op een totaalbedrag van 16.300 euro.

Sparen of beleggen

Dan is er de keus: sparen of beleggen? Die afweging is een persoonlijke, stelt Leendert. “Wat past bij jou? Wat past bij je kleinkind? Sparen is altijd veiliger. Bij beleggen loop je meer risico, maar maak je ook kans op een hoger rendement. Leg gespreid in, over een langere termijn. Dan spreid je de risico’s,” aldus Leendert. Bij het openen van een beleggingsrekening bij Triodos kies je hoeveel risico je wilt nemen, met meer aandelen of juist meer obligaties, die minder risico in zich dragen. Tot slot is het natuurlijk ook een optie om zowel een spaarrekening als een beleggingsrekening te openen. 

Schenken op papier

Als je een substantieel bedrag wilt schenken, maar je vermogen vooral vastzit in bezittingen, zoals een huis, kan schenken op papier een aantrekkelijke optie zijn. Daarbij maak je een schenking over aan je kleinkind en leen je dit bedrag direct weer terug. Als grootouder heb je dan een ‘schuld’ aan je kleinkind, waar je jaarlijks een marktconforme rente over betaalt. Stel je schenkt en leent 20.000 euro op deze manier en betaalt daar 6 procent rente over, dan maak je jaarlijks dus 1.200 euro over aan je kleinkind. Die betaling kun je zien als een vorm van vermogensoverdracht.

Kanttekening is wel dat het relatief veel administratie met zich meebrengt bij de belastingaangifte. En dat je zowel de financiële ruimte als de discipline moet hebben om jaarlijks de rente over te maken. 

Schenken versus erven

Ten slotte: geen vrolijk scenario om bij stil te staan, maar vermogen dat niet bij leven geschonken (of uitgegeven) wordt, blijft bij overlijden over als erfenis. Als er geen testament is, ontvangen de kleinkinderen niets – ervan uitgaande dat de ouder(s) in leven zijn. Wil je wél dat je kleinkinderen meedelen in de erfenis, dan kun je dat vastleggen in een testament. Over de eerste 25.187 euro van een erfenis hoeven kleinkinderen geen belasting af te dragen. 
“Maar veel grootouders kiezen ervoor om juist tijdens hun leven jaarlijks te schenken,” zegt Leendert. “Vanwege het mogelijke belastingvoordeel én omdat het een bron van vreugde is om te zien dat je kleinkind er profijt van heeft.”