Biologische boeren doen het allemaal net even anders. Ze gebruiken bijvoorbeeld geen kunstmest en synthetische bestrijdingsmiddelen op het land. En ze hebben meer aandacht voor zaken als bodemkwaliteit en dierenwelzijn. Kanttekeningen zijn er ook: biologische boeren produceren per hectare vaak minder voedsel dan conventionele agrariërs en hebben over het algemeen meer grond nodig. En doordat biologische producten nog altijd een niche vormen, zijn ze vaak duurder.

De cijfers

Hoe staat het er nu voor met biologisch boeren in Nederland? Het oppervlakte biologische landbouwgrond is in 2023 gegroeid met 6,6 duizend hectare, blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS. In totaal wordt er in Nederland nu op 80,9 duizend hectare biologisch geboerd, 4,5 procent van het totale boerenland.

Het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur wil dat in 2030 15 procent van de totale landbouwgrond biologisch is. Het CBS rekende uit dat om die ambitie waar te maken, het biologisch areaal de komende jaren met gemiddeld 26 duizend hectare per jaar moet groeien.

Meer biologisch? Minder kosten

Triodos Bank financiert boeren die de overstap naar biologische landbouw willen maken of hebben gemaakt. Maar als consument kun je ook een belangrijke bijdrage leveren, zegt Gerard Migchels, expert biologische landbouw van Wageningen University & Research (WUR). Hij deed uitvoerig onderzoek naar de voordelen van biologische landbouw voor natuur en klimaat.

“De vraag naar biologische producten stijgt niet snel genoeg”, zegt hij. “Als meer mensen biologisch eten, kunnen boeren opschalen, waardoor de kosten in de keten dalen. Dan wordt het prijsverschil tussen biologische producten met andere producten vanzelf kleiner.” Met andere woorden: consumenten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de opkomst van de biologische landbouw. En dat neemt allerlei voordelen met zich mee. Wij zetten de belangrijkste op een rij.

1. Minder CO2-uitstoot in Nederland

Als melkveehouders overstappen op biologisch boeren, verkleint dat hun ecologische voetafdruk. Uit het onderzoek ‘Het perspectief van biologische landbouw’ van Wageningen University & Research (WUR) blijkt dat opschalen van biologische landbouw leidt tot ‘een substantiële reductie van broeikasgassen in Nederland’. Dat komt onder meer omdat biologische melkveebedrijven minder koeien per hectare houden, minder krachtvoer gebruiken en geen gebruik maken van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen.

Doordat de bio-koe meer kuilgras, minder krachtvoer en minder mais eet, is de methaanemissie per kilo melk van de bio-boer wel hoger dan bij reguliere agrariërs, net als emissies van lachgas. De biologische agrariër gebruikt dan wel minder energie. Onderzoekers van WUR rekenden uit dat de uitstoot van broeikasgassen in de biologische melkveehouderij alles bij elkaar een derde lager ligt per hectare in vergelijking met het gangbare melkveebedrijf, maar per kilo voedsel ongeveer gelijk is. “Door op te schalen, zal de CO2-reductie van biologisch boeren alleen maar groter worden”, zegt Migchels.

2. Beter voor de bodem

Het gebruik van kunstmest maakt het bodemleven lui. Dierlijke mest, dat wordt gebruikt bij biologische boeren, is veel gezonder voor de grond. Biologische landbouw kan leiden tot meer blijvend grasland en daardoor meer opslag van koolstof in de bodem. ‘Door te investeren in bodem, ontstaat meer bodemleven en zal de bodem weerbaarder zijn tegen droogte, natte periodes of weersextremen’, schrijven onderzoekers van WUR.

Het klopt dat voor biologische landbouw meer ruimte nodig is. Maar daar staat tegenover dat bij extreem weer biologische landbouw (door de sterkere bodem) beter kan standhouden en een kleinere kans heeft op het mislukken van de oogst.

3. Sterkere natuur en meer biodiversiteit

Biologische landbouw versterkt de natuur in Nederland. Dat komt onder meer door lagere ammoniakemissies. Ammoniak komt vooral vrij als de poep en urine van dieren vermengen. Dat gebeurt sneller als dieren dichter op elkaar staan. Te veel ammoniak in de lucht zorgt ervoor dat de natuur teveel stikstof krijgt, waar planten en dieren onder lijden. Van in elk geval de melkveehouderij staat vast dat de ammoniakuitstoot per hectare fors minder is bij bio-boeren. Volgens het WUR-rapport zelfs 40 tot wel 50 procent.

In de biologische landbouw is er daarnaast minder nitraatuitspoeling. De hogere bemesting per hectare via mest en kunstmest zorgt ervoor dat de bodem het nitraat niet goed kan vasthouden. Daardoor kan het in rivieren, sloten en grondwater terechtkomen en watervervuiling veroorzaken. Dat gebeurt bij de biologische boer veel minder. Ook komen er bij biologische bedrijven geen chemische gewasbeschermingsmiddelen in het grond- en oppervlaktewater terecht.

Volgens expert Migchels is het daarom slim als er rondom natura-2000 gebieden een ‘buffer’ van biologische melkveehouders komt. “Op die manier hoef je geen boeren rondom natuurgebieden uit te kopen. Laat ze overstappen op biologisch boeren om de schadelijke effecten van chemische gewasbeschermingsmiddelen op de natuurgebieden te voorkomen. Dat is veel goedkoper dan de boerderijen sluiten.

4. Meer dierenwelzijn

Koeien op de biodynamische boerderij De Zonneboeg in Flevoland
Koeien op de biodynamische boerderij De Zonneboeg in Flevoland

Koeien hebben het bij de biologische boer (hoogstwaarschijnlijk) beter dan bij de conventionele agrariër. Dat komt onder andere omdat ze langer in de wei kunnen staan, meer natuurlijk gedrag kunnen vertonen en vaak meer ruimte in de stal hebben. Volgens Wakker Dier speelt ook mee dat op een biologische boerderij ingrepen, zoals het verwijderen van staarten van biggen, verboden zijn en dat er veel minder antibiotica wordt gebruikt.

Uit ouder onderzoek (2007) blijkt dat er minder angst is bij koeien lager in de rangorde op een biologische boerderij en meer rust bij een koppel, mede door minimumeisen aan ruimte in de stal. Toch zijn WUR-onderzoekers in hun laatste onderzoeksrapport nog voorzichtig in hun conclusies. Volgens hen is in Nederland nog nooit goed onderzocht of deze betere condities ook daadwerkelijk leiden tot meer dierenwelzijn.

5. Gezonder voor de mens?

Is biologisch eten ook beter voor de gezondheid van de mens? Daarover bestaat wetenschappelijk gezien nog geen overeenstemming. En die komt er waarschijnlijk ook niet snel, verwacht Migchels. “Europa heeft strikte richtlijnen voor gezondheidsclaims. Het onderzoek dat nodig is om die claims hard te maken, is onbetaalbaar.”

Wetenschappers van Wageningen University & Research, Universiteit Utrecht en het Louis Bolk Instituut zijn dit jaar wel een onderzoek gestart naar het effect van biologische voeding op de gezondheid van varkens als model voor de mens. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur gaf opdracht voor dit onderzoek, om meer inzicht te krijgen in mogelijke gezondheidseffecten van biologisch eten ten opzichte van gangbare voeding.

Het is echter ondenkbaar om zo’n onderzoek te herhalen bij mensen, zegt Migchels. “Hoe gezond iemand is, hangt van zoveel factoren af, dat het heel moeilijk is om gezondheidsvoordelen of -nadelen toe te schrijven aan wat iemand eet.” Wat wel vaststaat is dat biologische producten vrij zijn van chemische bestrijdingsmiddelen.