Het komt inmiddels allemaal mooi bij elkaar in het nieuwe huis van de 24-jarige Tristan, dat hij in december vorig jaar kocht. De felle kleuren zijn overgeverfd en de schrootjes zijn verwijderd. Tristan, die in Amsterdam als consultant werkt, is blij met zijn hoekappartement van 52 vierkante meter met weids uitzicht op de bovenste verdieping van een appartementencomplex. “Het heeft een aparte keuken, een slaapkamer, een woonkamer en een fantastisch uitzicht, ook omdat het op de hoek van het gebouw zit. Ik had niet meer kunnen wensen. Het is niet groot, maar voor mij perfect.”

Een eigen huis op je 24ste, dat zie je niet vaak. En al helemaal niet nu de overspannen huizenmarkt het starters heel moeilijk maakt. Hoe kreeg hij het voor elkaar?

Voor jou is een huis kopen al heel lang een spaardoel. Hoe heb je naar dit moment toegeleefd?

“Je kan tegenwoordig geen huis meer kopen met alleen een hypotheek. Je móét eigen geld meenemen. En als je geen partner hebt, is het al helemaal een opgave. Veel mensen blijven daarom lang in huurhuizen wonen en betalen een huur die veel hoger is dan de 900 euro die ik nu kwijt ben aan m’n hypotheek. Voor mij was het kopen van een huis dus al lang iets waar ik bewust mee bezig was. Ik zei altijd: ‘Ik ga niet lenen tijdens mijn studie, want ik wil een huis kopen.’ Tegelijkertijd heb ik altijd gespaard en belegd om het potje voor een eigen huis te spekken. Uiteindelijk had ik bij de aanschaf van mijn huis een behoorlijk bedrag bij elkaar gespaard.”

Sparen tijdens je studietijd, dat is niet makkelijk, toch?

“Ik heb altijd naast mijn studie gewerkt, en ook best veel. Zo’n 20 uur per week bij de Albert Heijn. Naast het feit dat mijn ouders mijn studiegeld betaalden, kon ik zo rondkomen én elke maand nog een paar honderd euro wegzetten. Dat was niet alleen voor een huis, maar ook voor bijvoorbeeld het jaar dat ik in het bestuur van mijn studentenvereniging zat. Zo’n jaar brengt veel kosten mee, voor etentjes en weekendjes. Dat kan, maar je moet het ook altijd aan jezelf terugbetalen. Toen de universiteit het collegegeld voor dat bestuursjaar terugstortte, kon ik dat gebruiken om m’n spaarpot weer aan te vullen.”

Klinkt alsof er veel werk in gaat zitten, al dat financiële plannen.

“Ik werk één keer in het jaar mijn spreadsheets bij. Wat komt er binnen per maand? Waar wil ik geld aan uitgeven? Hoeveel blijft er dan nog over voor m’n potje voor ‘leuke dingen’ of het potje voor de skivakantie? Tja, ik vind al dat puzzelen en plannen leuk. Mijn ouders werken allebei bij banken, dus bij ons thuis was het heel normaal om te praten over geld, over wat je met je geld kan doen en over hoe het ervoor staat met bepaalde spaardoelen. Vrienden die over de vloer komen, zeggen weleens dat ze moeten aan wennen aan hoe normaal wij het vinden om over geld te praten.”

Je hebt voor de aankoop van je huis ook een starterslening afgesloten via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten. Vertel?

“Ja, en dat heeft ook een groot verschil gemaakt in hoeveel ik kon bieden op dit huis. Ik heb een tweede hypotheek afgesloten dankzij deze starterslening. De gemeente staat garant voor de hypotheek, die de eerste drie jaar aflossingsvrij is en nul procent rente opbouwt. Dan wordt opnieuw getoetst of je een hoger salaris hebt en kan aflossen. Als het echt nergens op uitloopt met je carrière, wordt de lening uiteindelijk zelfs kwijtgescholden. Het is ook fijn dat ik door deze lening nog een klein beetje geld overhoud voor andere dingen dan het huis. Ik kan zelfs nog op vakantie als ik dat wil.”

Je bent als tiener al begonnen met beleggen. Heb je tips?

“Ik denk dat mensen beleggen soms veel te moeilijk maken in hun hoofd. Ik houd het heel erg simpel. Ik begon in 2019 ooit met honderd euro en heb daar op een gegeven ogenblik nog een bedrag bij gedaan, dat ik van mijn moeder had gekregen. Ik stort er sindsdien elke maand iets bij. De grootte van dat bedrag verschilt, afhankelijk van hoeveel ik ‘over’ heb. Sommige jaren was het 50 euro per maand, andere jaren 100 euro per maand.

De bank belegt dat voor mij, dat scheelt een hoop werk. En je hebt een aanspreekpunt, wat ook fijn is. Twee dingen zijn natuurlijk belangrijk: beleg nooit geld dat je niet kan missen, en wees erop voorbereid dat het soms slechter gaat op de markt. Daar word ik niet echt warm of koud van, ik weet dat het soms daalt en dat je de belegging doet voor een rendement op de lange termijn. In de coronaperiode, toen de markt echt daalde, heb ik zelfs extra geld belegd."