Wie net buiten het Gelderse Lochem het erf van ReubeZorg oploopt, stapt een klein paradijs binnen. Voor de wit-blauwe luiken van de voormalige boerderij veegt een jonge cliënt de bladeren van het pad. Twee ezels steken nieuwsgierig hun wollige snuitjes om de hoek van de staldeur. En vanuit een oude eik klinkt de roep van een buizerd. Varkens wroeten in de modder naast een grote moestuin, waar groenten en fruit groeit voor de verschillende zorggroepen op het terrein. “Wij proberen ervoor te zorgen dat alles samenkomt”, zegt eigenaar Andreas Ponten. “Onze cliënten werken mee op alle onderdelen van de boerderij – ieder naar eigen kunnen. Zo dragen ze bij aan de gemeenschap. Dat betekent veel voor ze.”

Andreas Ponten, eigenaar ReubeZorg
Andreas (35) nam samen met zijn broer ReubeZorg over van zijn ouders

ReubeZorg biedt een thuis voor kinderen en volwassenen die vaak elders in de zorg niet konden aarden. Ze vinden hier de rust en aandacht die ze nodig hebben. Broers Andreas (35) en Jochem (39) namen de zorgboerderij zeven jaar geleden over van hun ouders. Sindsdien bouwden ze ReubeZorg uit tot een bloeiende gemeenschap, waar een hecht team van dertig vaste medewerkers zorg draagt voor 65 cliënten. Door kwaliteit voorop te stellen in alle afwegingen, creëren de broers een plek die voor zowel cliënten als medewerkers bijzonder is.

“De veiligheid die ik hier als begeleider ervaar, is uniek,” zegt Lucas Nahuis (27). Hij begeleidt vandaag twee cliënten bij het schoonmaken van de ondergelopen kippenstal. “Bij andere instellingen kreeg ik toch altijd weer een extra cliënt in m’n groep geduwd. ‘Bel maar als het niet gaat’. Hier kan ik hen de aandacht en veiligheid bieden die ze nodig hebben. Mocht er toch iets misgaan, dan staat Andreas binnen twee minuten naast me.

Huiselijkheid en welzijn

Eigenaren Andreas en Jochem kregen de zorg voor kwetsbare mensen van jongs af aan mee. Ze groeiden op in Brabant, op een grote zorgboerderij die door hun ouders werd gerund. “Als kind leerde ik dat mensen met psychische kwetsbaarheden of een beperking er gewoon bij horen, daar zat ik naast bij de lunch,” aldus Andreas. Toch wilde hij aanvankelijk zelf juist níet de zorg in. “Je zet je toch af tegen je ouders. Ik heb van alles geprobeerd. Een oriëntatietraject bij defensie, een opleiding tot sportleraar, maar nergens was ik op m’n plek.” Uiteindelijk combineerde hij hand en spandiensten bij het ReubeZorg van zijn ouders met een opleiding maatschappelijke zorg. Later nam hij de boerderij over, samen met zijn broer.

Andreas doet zijn laarzen aan en neemt zijn enorme hond Bobby mee voor een ronde over het terrein. Waar ooit de kippenstallen stonden, staat nu een gloednieuw woonhuis voor tien jongvolwassenen die 24-uurs zorg nodig hebben. Ieder heeft een eigen studio met badkamer. Daarnaast delen de bewoners een grote eetkeuken en woonkamer met knusse zithoekjes: kleedjes op de grond, foto’s aan de muren en een vaasje met droogbloemen op tafel. “Ik heb op plekken gewerkt waar alles kaal was en de tafels aan de grond vastgeschroefd zaten,” vertelt Andreas. “Wij geloven juist dat deze huiselijkheid bijdraagt aan het welzijn van onze bewoners en de sfeer op de groep.”

Zelf dingen maken

Overdag helpen bewoners onder begeleiding mee op de boerderij. Jorn (20), één van de vaste bewoners van de boerderij, brengt bijvoorbeeld het hooi rond. “Dat vind ik heerlijk,” zegt hij met een verlegen glimlach. “Lekker rustig. Vooral bij de ezels, want die gaan aan de kant als je hun stal in komt. De koeien willen nog weleens bokken.” Met een trotse blik opent hij de deur van zijn ‘winkel’, de ruimte waar alle voorraden voor de verschillende groepen keurig in rijen staan opgesteld in houten stellingkasten. Pompoenen uit de moestuin, een vriezer vol boontjes en worteltjes van eigen land en worsten van de eigen varkens. Jorn heeft de afgelopen jaren geleerd bestellingen door te geven en alles volgens de richtlijnen op te slaan, een klus die helemaal past bij zijn rekenvaardigheid en behoefte aan orde. 

Een deel van de jongeren die bij ReubeZorg komt voor dagbesteding helpt (net als Jorn) buiten mee om de boerderij draaiende te houden. Anderen kiezen ervoor om binnen in het atelier te werken. Andreas toont de ruimte: op de gietvloer staan een weefgetouw en een stellingkast vol materialen voor het bewerken van de wol van de Hampshire schapen die in de boomgaard lopen. In een bijgebouw staat zelfs een keramiekoven, waarin de afgelopen weken talloze kaarsenhouders en voedselbakjes voor vogels zijn gemaakt voor de lokale markt. “Die verkoop vinden we belangrijk,” licht Andreas toe. “We willen niet zomaar iets doen bij de dagbesteding, maar iets maken dat waarde heeft. Cliënten zijn trots als mensen hun werk kopen. Daarnaast kunnen we de inkomsten investeren in mooie materialen, waarmee onze cliënten zichzelf ook weer verder kunnen ontwikkelen.”

‘Kwaliteit’ is het sleutelwoord in alle keuzes die Andreas en Jochem maken voor ReubeZorg, Dit vertaalt zich onder andere in biologische producten voor de maaltijden, de kunde en bijscholing van het personeel, het externe auditbureau dat de broers inhuren om hun onderneming grondig en kritisch te onderzoeken en de kleine groepen bij de dagbesteding.

Uitbuiken

Begeleider Lucas komt overeind van een bank waar hij met ‘zijn’ twee cliënten lag uit te buiken van de lunch. Andreas neemt de zorg voor de twee tijdelijk over, terwijl Lucas op zijn sokken naar de kantoorruimte boven loopt om meer te vertellen over zijn werk. “Een van de twee jongens die ik vandaag begeleid, heeft het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van een baby,” vertelt hij. “Hij kan zich nauwelijks in taal uiten en weinig rationeel oplossen. Hij leeft op gevoel.” De cliënt begon de dag zoemend, een manier om spanning de baas te blijven, licht Lucas toe. “Maar terwijl we bezig waren met de kippenstal hield hij op met zoemen, zijn blik ontspande en zijn ademhaling kwam tot rust.” Lucas’ ogen stralen. “Voor mij is dat echt een succesmoment. Het betekent dat hij zich veilig genoeg voelt om op te gaan in wat hij doet en een fijne ochtend te hebben. Daar doe ik het voor.”

Lucas was 15 toen hij ging werken in de varkensstal bij een veehouder in de buurt. “Ik vond de regelmaat van dat werk fijn, maar wist dat ik het niet tot m’n pensioen wilde doen.” Hij volgde een zij-instroomprogramma voor de zorg en kwam twee jaar geleden bij ReubeZorg terecht. “Het is kleinschalig en het saamhorigheidsgevoel in het team is groot. Ik krijg de vrijheid om mijn gevoel te volgen in wat de jongeren hier nodig hebben. Bijvoorbeeld een rustmomentje halverwege de dag. Dan ga ik zelf op de bank liggen, in de hoop dat ze mijn voorbeeld volgen – en dat deden ze.”

Zorgmoe

Andreas weet dat hij met zijn broer een unieke plek heeft gecreëerd. Tegelijkertijd verbaast het hem dat dat zo is. “Het zou niet bijzonder moeten zijn,” zegt hij. “Wij runnen ReubeZorg met dezelfde vergoedingen vanuit verzekeringen en gemeenten als andere zorginstellingen. Iedere instelling moet deze kwaliteit kunnen bieden.”

Dat het bij ReubeZorg werkt, komt volgens Andreas door de schaal. “We zijn groot genoeg om kundig personeel in te huren en klein genoeg om iedereen te kennen en te weten wat er speelt.” Al het kantoorpersoneel is opgeleid in de zorg en springt bij als dat nodig is. Andreas en Jochem zelf ook. “Ik spreek vaak zorgdirecteuren die nooit in contact komen met cliënten. Hoe weet je dan hoe je zo’n onderneming moet runnen?”

In september 2024 werd het gloednieuwe woonverblijf feestelijk geopend, in aanwezigheid van de nieuwe bewoners en hun ouders. “Sommige ouders konden de intensieve zorg voor hun kind nauwelijks meer dragen, die waren al vijf jaar zorgmoe,” blikt Andreas terug. “Het was ontroerend om hun opluchting te voelen. Ze hadden eindelijk een plek waar ze hun kind met een gerust hart kunnen onderbrengen.