“Solidariteit, generositeit, samenwerking, omzien naar anderen: deze crisis laat hele mooie waarden boven komen. Hoe ernstig de crisis ook is en hoeveel leed en verdriet over het verlies van dierbaren ze ook veroorzaakt, ze laat ook de kracht van de samenleving zien.” Dat zegt Kees Vendrik, hoofdeconoom van Triodos Bank.
Tegelijkertijd maakt de crisis onzeker. En dat is volkomen begrijpelijk, zegt Vendrik. “Het kan letterlijk gaan om je inkomen, je baan of je onderneming. Of om leven en dood. Bovendien weet niemand precies hoe het virus en de crisis zich de komende weken, maanden en jaren gaan ontwikkelen.”
Toch maken de afgelopen weken extra duidelijk dat we moeten investeren in duurzame ontwikkeling, een circulaire economie, en in positieve verandering in de samenleving.
Vendrik: “Overheden zetten nu op grote schaal steunpakketten op om de economie vlot te trekken. Die steun zou vooral op verduurzaming moeten worden gericht. Doen we dat niet en geven we het geld nu midden in deze crisis op een on-duurzame manier uit, dan helpen we onszelf van de regen in de drup. Want dan moeten we straks nógmaals enorm investeren, alleen dan in duurzaamheid. We kunnen het beter in één keer goed aanpakken: dus gelijk groen en eerlijk. We komen alleen wérkelijk uit de crisis als we dat duurzaam doen.”
‘Reset the Economy’
Triodos Bank lanceert visiepaper
De coronacrisis legt substantiële tekortkomingen van ons huidige economische en sociale systeem bloot. In hun visiepaper 'Reset the Economy' stellen Kees Vendrik en Hans Stegeman een concrete agenda op voor een veerkrachtig en inclusief herstel.
De economie van straks in 10 kernpunten.
1. We moeten bouwen aan een veerkrachtige economie
Als de crisis één ding aantoont, dan is het wel het belang van het versterken van de veerkracht van onze economie. Dat zegt Hans Stegeman, hoofdstrateeg bij Triodos Investment Management. “De economie en veel individuele bedrijven blijken nu verre van veerkrachtig. Er hoeft maar íets te gebeuren of ze komen in de problemen.”
Veel bedrijven, zeker de beursgenoteerde, zijn in financiële zin enorm efficiënt georganiseerd, zegt Stegeman. “Alles is gericht op het maximaliseren van winst en van het dienen van de belangen van aandeelhouders. Als er dan een kink in de kabel komt, komen bedrijven direct in de problemen. Bijvoorbeeld omdat ze eerder aandelen hebben ingekocht om de waardering op de beurs te verhogen, maar daardoor wel meer schulden op de balans hebben.”
Deze manier van werken is niet houdbaar, meent Stegeman. “Het is belangrijk dat bedrijven zichzelf steviger organiseren. Zo zouden ze meer eigen kapitaal achter de hand moeten houden om tegenvallers op te vangen.”
2. De crisis onderstreept het belang van sociaal en groen ondernemerschap
De afgelopen jaren zien we een groeiende beweging van bedrijven en initiatieven die enerzijds een stevig financieel fundament hebben, maar anderzijds een positief, maatschappelijk rendement realiseren. Vendrik: “Deze tijd onderstreept het belang van dit soort sociaal en groen ondernemerschap. Dan gaat het bijvoorbeeld om biologische landbouwbedrijven, duurzame energiecoöperaties en aan kleinschalige zorginstellingen. Of om grote, soms beursgenoteerde bedrijven die hun resultaten niet alleen meten in termen van winst, maar ook kijken naar hun maatschappelijk en duurzame impact.”
We hebben lang geleefd in een cultuur waarin eigenbelang, competitie en prestatie voorop staan, zegt Vendrik. “Kijk maar naar de manier waarop we met de aarde en de natuur omgaan. Het klimaatprobleem wordt veroorzaakt doordat we onze eigen welvaart en onze economische groei bovenaan zetten. Dat gaat ten koste van de aarde, het milieu en het klimaat. Maar ook van de belangen van toekomstige generaties en van mensen in arme landen. Zij worden immers het hardst geraakt door de gevolgen van klimaatverandering en zeespiegelstijging.”
Die egocentrische cultuur is een diepere, onderliggende oorzaak van de corona-uitbraak, zegt Vendrik. “De omvang van de uitbraak toont eens te meer aan dat deze manier van werken onhoudbaar is. We hebben klimaat en biodiversiteit wereldwijd aangetast door de natuur vooral te zien als iets dat we naar hartenlust kunnen exploiteren. Maar we zien daar nu de keerzijde van. Zo beperkt de aangetaste biodiversiteit de mogelijkheden van de natuur om op eigen kracht ziektekiemen en virussen te bestrijden.”
Homo empathicus
De coronacrisis zet bedrijven en instellingen aan tot solidair gedrag met de samenleving, stelt Kees Vendrik. “Banken geven ondernemers uitstel van betaling. En bedrijven zien wat er nu nodig is in de samenleving, en handelen daarnaar. Zo kocht de Refugee Company in Amsterdam in China onlangs twee machines aan om mondkapjes te produceren. Binnen een week stonden de machines in Amsterdam.” Het is volgens Vendrik een voorbeeld van een steeds bredere beweging in de samenleving en de economie. “We zien een verschuiving in houding en gedrag van de ‘homo economicus’ naar de ‘homo empathicus’. Ondernemers en consumenten laten zich steeds meer leiden door bredere afwegingen in plaats van door hun directe eigenbelang.”
3. Een gedifferentieerde economie is steviger
Het feit dat het COVID-19-virus zich zo snel en wereldwijd heeft kunnen verspreiden, laat de keerzijde zien van onze geglobaliseerde economie. Stegeman: “We hebben alles met elkaar verknoopt. Het virus lift mee op de mondiale handelsstromen.”
Bovendien, vult Vendrik aan, is de snelle verspreiding deels het gevolg van de grote wereldwijde ongelijkheid. “Door de manier waarop de mondiale economie is georganiseerd, is armoede en achterstand geconcentreerd in bepaalde landen en regio’s. Denk aan opkomende economieën zoals Bangladesh. Die landen zijn in veel opzichten extra kwetsbaar in deze crisis.”
“De gezondheidszorg in deze landen kan de crisis bij lange na niet aan. Maar ook de economieën van deze arme landen krijgen een enorme klap te verwerken, júist omdat ze in het mondiale systeem zo’n eenzijdige rol hebben. De economie van Bangladesh is voor 80% afhankelijk van de textielindustrie. Maar de meeste orders van grote textielbedrijven zijn ingetrokken. Daardoor is het tapijt onder de voeten van het land volledig weggetrokken.”
We zullen volgens Vendrik naar een meer gedifferentieerde economie moeten. “Het is onhoudbaar dat een land als Bangladesh vrijwel alleen een goedkope producent is van onze kleding. Het is belangrijk om te investeren in meer diversiteit en in robuustere economische ontwikkeling. Dat kan door ook andere economische activiteiten een kans te bieden, en er vanuit het Westen in te investeren.”
4. Het is belangrijk om te investeren in een eerlijker economie
Naast een meer gedifferentieerde economie, zijn er meer oplossingen voor een economie waarbij het geld eerlijker verdeeld wordt. Waar we eerlijke kansen bieden aan ondernemers in opkomende economieën is bijvoorbeeld mogelijk door te investeren in microfinancieringsinstellingen, zegt Vendrik. “Zij geven ondernemers in onder meer Azië en Afrika de kans om hun talenten te ontplooien en duurzame bedrijven op te zetten. Daarmee spelen ze een onmisbare rol op het gebied van ‘sociale inclusiviteit’: het betrekken van talent bij de economie en de samenleving, en voorkomen dat mensen buiten de boot vallen.”
“Maar bij investeren in inclusiviteit en in robuuste economische ontwikkeling, kunnen ook giften van particulieren, bedrijven en overheden een rol spelen. Geefgeld is vrij geld in de zin dat de ontvanger geen rente of aflossing betaalt. Daarom kunnen juist giften een krachtige stimulans zijn voor de ontwikkeling van de economieën en ondernemers in arme landen.” Volgens Vendrik is ook het kwijtschelden van staatsschulden uit het verleden voor veel arme landen onontbeerlijk. “Veel van deze landen hebben ondragelijk hoge schulden opgebouwd. Dat zijn molenstenen om hun nek. Zonder kwijtschelding kunnen ze zich daar nooit meer van ontdoen. De enorme schulden maken economische en sociale groei ronduit onmogelijk.”
Verder zijn initiatieven op het gebied van ‘true pricing’ van groot belang als het gaat om het geven van eerlijke kansen aan opkomende economieën. Stegeman: “Bij true pricing gaat het om de werkelijke kostprijs van producten. Denk daarbij aan het in de winkelprijs meewegen van de milieu-impact die de productie van een artikel veroorzaakt. Maar ook aan het garanderen van een fatsoenlijk salaris voor iedereen die een rol speelt in de productieketen. Om het concreet te maken: wanneer wij hier in Nederland een eerlijke prijs betalen voor onze kleding, leidt dat voor mensen in de naaiateliers in Bangladesh tot eerlijke betaling en betere arbeidsvoorwaarden.”
Tweedeling in de Westerse economie
Niet alleen mensen in opkomende economieën als Bangladesh zijn kwetsbaar voor de gevolgen van deze crisis, zegt Vendrik. “Ook in rijke landen is de afgelopen jaren een tweedeling ontstaan tussen enerzijds mensen met een vaste baan, en anderzijds een steeds grotere groep flexwerkers en kleine zelfstandigen. Vooral die laatste groep is kwetsbaar tijdens een economische crisis. Hun inkomens- en bestaanszekerheid wordt direct aangetast als het economisch tegenzit. De kans bestaat dus dat deze crisis de ongelijkheid en de tweedeling alleen maar versterkt. Daar zullen we alert op moeten zijn. We zullen ervoor moeten zorgen dat ook ZZP’ers en mensen met flexcontracten voldoende rechten en veerkracht hebben om klappen op te vangen. Dat betekent onder meer dat opdrachtgevers ZZP’ers fatsoenlijk moeten betalen. En dat mensen met flexibele contracten voldoende rechtszekerheid krijgen.”
5. Er is een groeiend bewustzijn over de herkomst van onze spullen en ons voedsel
De crisis helpt ons volgens Stegeman om bewuster te kijken naar de herkomst van onze spullen en grondstoffen. En vooral van ons voedsel. Stegeman: “Voedsel is de basis van ons bestaan. Is het dan wel verstandig om dat deels helemaal van de andere kant van de wereld te halen, en ons op die manier afhankelijk te maken van mondiale voedsel- en transportketens?”
Die vraag zal de komende tijd steeds vaker worden gesteld, verwacht Stegeman. “Moeten we als het gaat om voeding niet naar een kleinere en meer lokale schaal? Ik denk het wel, want dat maakt het voedselsysteem robuuster.”
> Lees ook ons blogartikel voor de waardering van lokaal en duurzaam eten in tijden van corona
Er zijn steeds meer ondernemers die concreet handen en voeten geven aan veerkrachtige, duurzame en lokale landbouw. Stegeman: “Denk aan landbouwbedrijven die gebaseerd zijn op een gesloten kringloop. Ze gebruiken de mest van hun vee op de akkers waar ze hun gewassen produceren. Daarmee maken ze zich onafhankelijk van de aanvoer van (kunst)meststoffen, soms vanaf de andere kant van de wereld. En denk aan biologische boeren die produceren voor de lokale markt en soms zelfs coöperaties oprichten waar consumenten lid van kunnen worden. Zo’n coöperatie garandeert de boer een bepaalde afzet. En het garandeert aangesloten consumenten gezonde voeding met een duidelijke – en dus niet anonieme – herkomst. En denk tenslotte ook aan natuur-inclusieve landbouw: dus aan bedrijven die voedsel produceren maar tegelijkertijd de biodiversiteit en de kwaliteit van het ecosysteem versterken. Dergelijke bedrijven houden niet alleen rekening met bodemkwaliteit en dierenwelzijn. Ze doen veel meer: hun hele bedrijfsvoering draait om duurzaamheid en dat levert uiteindelijk het beste op voor mens en milieu.”
> Lees ook 'Boeren met de natuur'
Bij de uitbraak van het coronavirus in de Chinese provincie Hubei, bleek hoe kwetsbaar een geglobaliseerde en sterk gespecialiseerde economie is. Sommige essentiële onderdelen voor lcd-schermen en auto’s worden alleen in Hubei gemaakt. Doordat die provincie werd afgesloten, kwamen veel bedrijven elders in de wereld in de problemen.
6. We moeten inzetten op het versterken van de biodiversiteit
“We hebben onszelf erg kwetsbaar gemaakt voor virussen zoals COVID-19 doordat we de buffercapaciteit van de natuur ernstig hebben aangetast”, zegt Stegeman. “Zo is de biodiversiteit is de afgelopen decennia uitgehold, deels als gevolg van klimaatverandering.”
De omvang van de coronapandemie onderstreept het belang van het versterken van de natuur en van ecosystemen. “Want gezonde ecosystemen zijn onontbeerlijk om uitbraken van ziektes tegen te gaan”, zegt Stegeman. “Steeds meer burgers, bedrijven en overheden zien het belang van ecosystemen en biodiversiteit in.”
Ecologische risico’s hebben economische consequenties
Volgens The Global Risk Report 2020 van het World Economic Forum zijn de vijf grootste wereldwijde economische risico’s direct verbonden met ecologische uitdagingen:
- Extreme weersomstandigheden
- Verlies van biodiversiteit
- Natuurrampen
- Gebrek aan doortastend klimaatbeleid
- Natuurrampen die rechtstreeks door de mens worden veroorzaakt
7. We kunnen niet zonder de overheid…
Het was een tijdlang een neoliberale mode om de overheid te bekritiseren en alle heil te verwachten van de vrije markt, zegt Stegeman. “Dat is al wel veranderd ten tijde van de financiële crisis van 2008 en daarna, toen de overheid met enorme bedragen in de bres moest springen om banken te redden.”
“Maar de coronacrisis onderstreept eens te meer dat we niet zonder een sterke overheid kunnen. Een overheid dus die sturend optreedt als het gaat om het bestrijden van de crisis. Maar ook een overheid die werknemers en bedrijven waar nodig ondersteunt. En dat gebeurt nu op grote schaal. De overheden van veel Westerse landen hebben inmiddels steunpakketten toegezegd van soms 10 tot 15% van het Bruto Nationaal Product.”
Ook de Europese Centrale Bank en andere centrale banken zetten alles op alles om de economie vlot te trekken, zegt Stegeman. “Ze kopen ze op grote schaal overheidsschulden op. Dat kan een verstandige noodmaatregel zijn, maar meer ook niet. Een veel directere manier om economieën te steunen, is burgers te voorzien van extra middelen. Tijdelijke, rechtstreekse steun dus aan consumenten. Het garandeert dat het geld terechtkomt waar het de meeste effecten heeft: in de reële economie. Oftewel: het geld komt dan, via consumenten, terecht bij ondernemers die goederen en diensten produceren.”
8. …maar die overheid zal wél duurzame keuzes moeten maken
Als het gaat om de overheidssteun voor bedrijven, is het van belang dat er toekomstbestendige keuzes worden gemaakt, zegt Stegeman. “En op dat vlak houd ik eerlijk gezegd mijn hart vast. De reflex van de overheid lijkt voorlopig vooral gericht op het steunen van zo’n beetje elk bedrijf dat langskomt voor hulp. Het gevolg van een dergelijk beleid (of beter: gebrek aan doordacht beleid) kan ertoe leiden dat de grote jongens aan het langste eind trekken. En dus dat er veel geld zal gaan naar niet-duurzame bedrijven in de oude economie. Zoals oliebedrijven en luchtvaartmaatschappijen.”
Dat is inderdaad een reëel gevaar, meent ook Kees Vendrik. “Ik kan me best voorstellen dat de overheid een luchtvaartmaatschappij ondersteunt. Maar dan moet je aan die steun wel keiharde voorwaarden verbinden. Zoals de eis dat zo’n bedrijf uiterlijk in 2050 volledig klimaatneutraal is.”
Het besef dat deze crisis de bouwstenen levert voor een versnelling richting groen en eerlijk, leeft gelukkig breed in de samenleving en de politiek, zegt Vendrik. “Eurocommissaris Timmermans stelde onlangs dat een Europees herstelplan voor de economie groen moet worden. Ook anderen pleiten voor een stevige Europese Green Deal: een herstel- en investeringsplan waarmee bedrijven worden aangezet om te verduurzamen.”
Maar het moet breder dan dat, meent Vendrik. “Het is ook van belang om sociale en maatschappelijke voorwaarden te stellen aan overheidssteun. Zo zou een voorwaarde voor steun kunnen zijn dat een bedrijf de regionale werkgelegenheid op de lange termijn garandeert. En dus bijvoorbeeld straks niet ‘zomaar’ een deel van de productie naar lagelonenlanden verplaatst. Maar er kunnen nog andere voorwaarden worden gesteld aan steun. Zo kondigden de Deense en Poolse overheid onlangs aan dat bedrijven die belasting ontwijken, geen steun krijgen.”
Al met al zouden de investeringen die de overheid doet met publiek geld, gebaseerd moeten zijn op een doordachte publieke investeringsagenda, zegt Vendrik. “Het belastinggeld moet vooral gaan naar bedrijven die een maatschappelijke meerwaarde hebben. En naar initiatieven die bijdragen aan bredere doelstellingen, zoals werkgelegenheid of het terugdringen van de CO2-uitstoot. Denk daarbij aan bedrijven en projecten op het gebied van duurzame energie, groene waterstof of energie-neutrale nieuwbouw en renovatie. Vooral zíj moeten kunnen rekenen op een steun in de rug van de overheid.”
9. De opbouw na de crisis en een sterke klimaatagenda gaan goed samen
Het is dus belangrijk dat de overheid toekomstbestendige keuzes maakt als het gaat om de vraag welke bedrijven en economische activiteiten het ondersteunt. “Dat besef is ook van belang voor het klimaatbeleid”, zegt Vendrik. “We staan voor een enorme duurzame uitdaging. Die is vastgelegd in het klimaatverdrag van Parijs en in het nationale Klimaatakkoord. In 2030 moet de CO2-uitstoot met de helft omlaag ten opzichte van 1990. Om die essentiële doelstelling te halen, is ieders inzet nodig.”
De opbouw na de crisis en het versterken van het klimaatbeleid gaan heel goed samen, zegt Vendrik. “Maar dan zal de overheid niet alleen duurzame voorwaarden moeten stellen aan bedrijven die steun vragen, ze zal ook zélf duurzame bedrijven en initiatieven moeten ondersteunen.”
“Om die reden ben ik blij met de recente brief van de Europese ministers van klimaat die pleit voor duurzame keuzes als het gaat om overheidssteun in deze crisis.” Het is volgens Vendrik goed om te zien dat het klimaatbewustzijn de afgelopen jaren sterk is gegroeid. “Ik heb zelf als voorzitter van een van de klimaattafels gezien dat vrijwel iedereen – bedrijven, overheden en burgers – het belang ziet van een stevig klimaatbeleid. Dat geeft vertrouwen in de veranderbereidheid van de samenleving.”
De overheid speelt volgens Vendrik een cruciale rol als het gaat om het klimaatneutraal maken van de economie. “Fiscale maatregelen kunnen daarbij de hefboom zijn tot verandering. Denk aan het zwaarder belasten van CO2-uitstoot en van het gebruik van natuurlijke grondstoffen. Dat stimuleert bedrijven om in hoog tempo te vergroenen.”
10. Banken en financiële instellingen: investeer in duurzaamheid
Hoe we het ook wenden of keren, deze crisis leidt tot een sterke toename van de staatsschuld en de tekorten van de overheid, stelt Stegeman. “Als we dan kijken naar de klimaatopgave, wordt de rol van banken en andere financiers alleen maar belangrijker. Want de toename van tekorten verkleint de speelruimte van overheden om te investeren in duurzame ontwikkeling. Banken zullen in het gat moeten springen, nog veel sterker dan we een half jaar geleden dachten.”
“Het is weliswaar mooi dat veel banken bereid zijn om nu, midden in de crisis, bedrijven de helpende hand toe te steken. En wel door zich soepel op te stellen als het gaat om afbetaling van schulden. Maar dat is hooguit een begin, want er wordt de komende jaren veel meer maatschappelijke verantwoordelijkheid van banken gevraagd. Ze zullen moeten investeren in duurzame bedrijven en initiatieven. Dan versnellen ze de noodzakelijke transitie naar een duurzame samenleving. En ze zullen zich moeten richten op het financieren van de reële economie.”
Waardengedreven banken zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat de kredieten die ze geven en de investeringen die ze doen, altijd ten goede moeten komen aan de samenleving en de natuur, zegt Stegeman. “Het is bemoedigend dat er wereldwijd steeds meer banken opkomen die dat besef in hun hart en ziel hebben. En ook dat bij de meer mainstream banken het inzicht ontstaat dat een focus op alleen financieel resultaat, te beperkt is en schade toebrengt aan de bredere en essentiële waarden. Zo geven steeds meer banken handen en voeten aan positieve verandering. En aan de opbouw van een duurzame, circulaire en evenwichtige economie.”
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.