Met financieringsbeslissingen wordt geen enkele rekening gehouden met planetaire grenzen. Het is tijd dat dit wel gebeurt en de ecologische voetafdruk van de financiële sector wordt teruggedrongen. Elke financiering of investering heeft impact, negatief of positief. Elk project, elk initiatief of elke onderneming heeft immers een voetafdruk en draagt bij aan een betere wereld, of niet. De keuze die een financiële instelling maakt om een lening te verstrekken of een investering te doen, heeft dus per definitie gevolgen voor mens en milieu.
Biodiversiteitsverlies en stikstofuitstoot
De realiteit is dat de financiële sector een forse ecologische voetafdruk heeft. Denk bijvoorbeeld aan beleggingen in de fossiele industrie: financiële instellingen steken per saldo veel meer geld in fossiele energie dan in duurzame energie. De huidige klimaatactieplannen van veel financiële instellingen, binnen Nederland en daarbuiten, behelzen lange termijn beloftes. Andere keuzes zijn nu nodig, zoals het IPPC onlangs oordeelde, om te voorkomen dat de aarde meer dan 1,5 graad opwarmt.
Op meer fronten helpt de financiële sector ecologie met reuzenvoeten te vertrappen. Hij heeft een rol in alle grondstofstromen die worden gefinancierd. Daarnaast gaan gangbare landbouwactiviteiten in Nederland gepaard met biodiversiteitsverlies en stikstofuitstoot. Verder financieren Nederlandse financiële instellingen wereldwijd voor bijna 100 miljard euro aan bedrijven die betrokken zijn bij controversiële projecten die schadelijk zijn voor onze leefomgeving.
Natuurlijk, zo kan je beredeneren, het zijn altijd de klanten van de financiële sector die dit doen. Financiers financieren alleen maar. En als het binnen de wet valt, wat is dan de verantwoordelijkheid? Dat is echter wel een heel beperkte opvatting van de verantwoordelijkheid van de financiële sector, zelfs in termen van welbegrepen eigenbelang. Het is naast een maatschappelijke verantwoordelijkheid, ook in het belang van de financiële sector zelf om biodiversiteitsproblemen en opwarming van de aarde niet uit de hand te laten lopen. Verstandig risicobeleid vraagt om het managen van die meest existentiële risico’s.
Er zijn drie belangrijke terreinen waarop de financiële sector het verschil kan maken en de ecologische voetafdruk kan verkleinen.
1. Financier de energietransitie en stel ambitieuze reductiedoelstellingen
Ten eerste is er veel winst te behalen door het financieren van de energietransitie en het reduceren van de CO2-uitstoot van de bestaande portefeuilles. Ambitieuze doelstellingen om de uitstoot te verminderen zijn cruciaal; 2050 is veel te laat.
2. Stimuleer de circulaire economie en stel circulariteitsdoelstellingen
Daarnaast is het goed mogelijk om earth overshoot dagen uit te stellen door bewuster om te gaan met grondstoffen. Jaarlijks wordt meer dan 100 miljard ton aan grondstoffen gebruikt, waarvan slechts 7 procent opnieuw wordt gebruikt. De financiële sector moet zich actiever richten op bedrijven die circulariteit en natuurlijke materialen centraal zetten in hun business model. Dit moet geen vrijblijvende exercitie zijn. Het meten van grondstofgebruik en -verbruik kan steeds beter en gedetailleerder. Nederland heeft immers ook een doelstelling om in 2030 voor 50% circulair te zijn. Het is de hoogste tijd dat de financiële sector dit omarmt.
3. Verduurzaam de landbouwsector en stel stikstofdoelstellingen
En tot slot moet de financiering van landbouw- en voedselsysteem anders. Op dit moment heeft de manier waarop landbouw wordt bedreven de grootste negatieve impact op het milieu. Het huidige landbouwsysteem heeft zijn grenzen bereikt. We moeten het gebruik van ecosystemen, onze eetgewoonten en de steeds verder globaliserende voedselmarkten in balans brengen. Gezond voedsel produceren voor iedereen, terwijl we de grenzen van onze planeet respecteren en boeren eerlijk betalen. Dat vraag om natuurinclusieve landbouw en een faciliterende financiële sector.
Echt grote stappen zetten vraagt om het versneld verduurzamen van de Nederlandse economie. Dit kan in eerste instantie de financiële sector zelf faciliteren door bewuste keuzes te maken. De overheid kan en moet dit versnellen door beprijzen, normeren en verbieden. Beprijzen gaat om CO2, maar betreft ook voedsel en grondstoffen.
De financiële sector lijkt de laatste decennia een eigen leven te leiden en niet meer ten dienste te staan van de reële economie. Dit moeten we terugdraaien. Financiële instellingen kunnen al volgend jaar earth overshoot day helpen vertragen door in te zetten op vermindering van de CO2-uitstoot, en dit breder te trekken door actief te sturen op hun ecologische voetafdruk.
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.