Misschien ken je het wel: je zit op een warme zomeravond op je balkon of terras en opeens zie je ze vliegen. Zijn het vogels? Nee, want het schemert al. Dan zijn het dus vleermuizen die zo vrolijk over je tuin scheren. Woon je in een oud huis? Dan is de kans groot dat jullie buren zijn, want vleermuizen vertoeven graag in je spouwmuur of onder je dakpannen.

Spouwmuur: ideale plek voor vleermuizen

Vanaf de jaren zestig verhuisden steeds meer vleermuiskolonies naar de spouwmuren en dakpannen van woningen. De temperatuur was daar aantrekkelijker dan in bijvoorbeeld een kerk. In de warmte van spouwmuren gedijen de jongen goed en besparen de vrouwtjes energie. Minstens zes van de zeventien soorten vleermuizen in Nederland zoeken dan ook spouwmuren op.

Maar er is een probleem. Tot en met 2030 worden zo’n 2,5 miljoen woningen grondig geïsoleerd, met name de woningen met energielabel E, F en G. Deze vaak karakteristieke, maar tochtige huizen hebben spouwmuren die door isolatiebedrijven volgespoten worden met isolatiemateriaal. Goed voor de energierekening en het klimaat, maar vleermuizen raken dan hun verblijfplaats kwijt.

In het ergste geval zijn ze aanwezig als de isolatiemaatregelen getroffen worden en raken ze ingekapseld door het vaak kleverige isolatiemateriaal. Ook vogels, zoals de huismus en gierzwaluw, nestelen graag in spouwmuren. Zij moeten door isolatiemaatregelen daarom soms op zoek naar een nieuwe (slaap)plek.

Duur ecologisch onderzoek

Hoe gaan we hier momenteel mee om in Nederland? Begin augustus oordeelde de Raad van State dat er voor zogenoemde na-isolatie (het isoleren van een woning die al gebouwd is) eerst ecologisch onderzoek gedaan moet worden, om te kijken of er diersoorten in de spouwmuur aanwezig zijn. De raad kwam tot dit besluit naar aanleiding van een isolatiebedrijf uit Best, dat met endoscopisch onderzoek onvoldoende keek naar de aanwezigheid van vleermuizen en vogels in spouwmuren. Hierdoor overtrad het bedrijf de Wet Natuurbescherming. Alle vleermuizen in Nederland zijn namelijk beschermde diersoorten, net als de huismus en gierzwaluw.

Eén probleem: er zijn in Nederland te weinig ecologen die een dergelijk onderzoek kunnen uitvoeren. Daarom moeten woningeigenaren lang wachten op een onderzoek van hun spouwmuur. Daarnaast zijn de kosten van een ecologisch onderzoek niet mals; die lopen uiteen van zo’n 3.000 tot 6.000 euro. Hierdoor worden isolatiemaatregelen een stuk minder interessant, omdat de totale kosten fors hoger uitvallen.

Belangrijke diersoort

Vleermuisexpert René Janssen ziet met lede ogen aan hoe het er momenteel aan toe gaat. De wettelijke verplichting tot ecologisch onderzoek wordt volgens hem zelden nageleefd: “Voor vleermuizen is dit levensgevaarlijk; de kans is groot dat ze eindigen in het pur.” En dat terwijl de vleermuis voor de mens zo belangrijk is, vervolgt hij: “Ze vangen stapels muggen, maar ook insecten die het op onze fruit- en maisvelden hebben gemunt. Ze zijn ontzettend belangrijk voor onze landbouw.”

“Isolatiebedrijven hebben hier ook een verantwoordelijkheid in, maar het is de woningeigenaar die een boete riskeert als de spouwmuur geïsoleerd wordt terwijl er beschermde dieren verblijven”, zegt een woordvoerder van Vereniging Eigen Huis (VEH). “De vraag is alleen of het te handhaven is. Het zijn vooral oplettende buurtbewoners die soms aan het licht brengen dat de Wet Natuurbescherming niet wordt nageleefd.

Isolatiekorting niet verantwoord

Na de uitspraak van de Raad van State zette de VEH haar ledenvoordeel voor isolatie per direct stop. Tot dan toe bood de vereniging een korting aan als leden hun woning lieten isoleren door bedrijven die bij de VEH zijn aangesloten. “Totdat het demissionair kabinet duidelijkheid geeft over hoe we spouwmuren op korte termijn natuurvriendelijk kunnen isoleren, vinden wij het niet verantwoord om huiseigenaren dit voordeel aan te bieden,” onderbouwde Cindy Kremer, directeur van Vereniging Eigen Huis.

De VEH drong er bij het ministerie van Binnenlandse Zaken op aan om met een kortetermijnoplossing te komen, zodat woningeigenaren er deze winter al warmer bij kunnen zitten. Aan die kortetermijnoplossing (en aan een oplossing voor een langere termijn) wordt momenteel nog gewerkt. “In het voorstel van het ministerie hoeven huiseigenaren geen ecologisch onderzoek te laten uitvoeren voordat zij hun huis willen isoleren”, laat de woordvoerder weten. “Maar er moet wel natuurvriendelijk geïsoleerd worden, dus is het belangrijk dat het isolatiebedrijf daarvan op de hoogte is.”

Natuurvriendelijk isoleren

Natuurvriendelijk isoleren houdt in dat je de spouwmuur ‘natuurvrij’ maakt, ofwel zorgt dat alle dieren uit de spouw verdwenen zijn. Hiervoor zijn zogenaamde exclusion flaps ontwikkeld, waardoor een vleermuis wel naar buiten kan, maar niet meer terug de spouwmuur in. Daarnaast moet je als huiseigenaar (indien nodig) zorgen voor alternatieve verblijfplaatsen en je houden aan de natuurkalender. Die natuurkalender laat precies zien in welke periodes je werkzaamheden rondom je huis kunt uitvoeren en in welke periodes je dat beter niet kunt doen, omdat vleermuizen en vogels daar hinder van ondervinden.

“Maar je kan niet van huiseigenaren verwachten dat ze zich omscholen tot ecoloog”, stelt de woordvoerder van de VEH. “Het is noodzakelijk dat gemeentes en provincies hier het voortouw in nemen. De kosten voor ecologisch onderzoek zijn voor particuliere huiseigenaren te hoog, en het nemen van natuurvriendelijke maatregelen kost ook al snel honderden euro’s. De bescherming van diersoorten vinden wij belangrijk, maar het is niet het enige belang waarnaar gekeken moet worden. Ook klimaatverandering, de energierekening van huiseigenaren en het voortbestaan van isolatiebedrijven spelen mee.

Per wijk aan de slag

In de provincies Utrecht en Overijssel wordt inmiddels al gewerkt aan een andere aanpak. Daar wordt ecologisch onderzoek per wijk uitgevoerd en kunnen woningen op basis daarvan geïsoleerd worden. Per woning kost een dergelijke aanpak zo’n 300 tot 500 euro, een behoorlijk verschil met wanneer je het als particulier regelt. Waar vleermuizen en vogels in spouwmuren worden gevonden, worden alternatieve verblijfplaatsen zoals speciale kasten aangeboden.

“Maar dat is niet de oplossing”, meent vleermuisspecialist Janssen. “Een kast voor een dwergvleermuis is bijvoorbeeld niet groot genoeg voor de met uitsterven bedreigde meervleermuis. En de nog grotere vleermuissoorten gaan een kast voor een dwergvleermuis niet eens in, dus die worden dan feitelijk verdreven. Dan heb je het niet over natuurinclusief maar natuuréxclusief isoleren.”

Zorgen om de meervleermuis

Vooral de meervleermuis is een soort die Janssen en collega’s zorgen baart. Net zoals andere vleermuizen leven de meervleermuizen in grote kraamkolonies, het liefst op plekken die warm zijn, tussen de 15 en 40 graden. De spouwmuren van oude woningen met dakpannen zijn hiervoor ideaal. Uit jarenlang onderzoek van Janssen en collega Anne-Jifke Haarsma bleek dat er van de 12.000 meervleermuizen die in 1994 in Nederland rondvlogen, in 2021 nog maar 7.000 over waren. Nederland is volgens de twee deskundigen juist een heel belangrijk land voor de meervleermuis: 29 procent van de Europese populatie plant zich hier voort.

Dat aantal loopt flink terug nu steeds meer woningen geïsoleerd worden. Volgens Janssen wordt er voor de meervleermuis wel gekeken naar geschikte alternatieven. “Maar het is de vraag of die oplossing op tijd komt”, stelt hij. “Met de huidige terugloop is de meervleermuis in 2030 mogelijk al uitgestorven.” Wat volgens Janssen op dit moment de beste oplossing is, is simpelweg niet alle woningen isoleren. “Kijk per wijk waar de vleermuizen zitten en zorg ervoor dat er in elk geval één woning overblijft waarvan de spouwmuren niet geïsoleerd worden. Dit geeft nauwelijks overlast en een kolonie wordt niet verstoord. De bewoners van dat huis kunnen gecompenseerd worden in de energielasten en de vleermuizen behouden hun verblijfplaats.”

De VEH kan zich wel vinden in deze oplossing, al moet er wat hen betreft wel eerst gekeken worden naar alternatieve verblijfmogelijkheden. “Als die er niet zijn is het wel een goede oplossing om één woning vrij van isolatie te houden en de bewoners te compenseren voor de stookkosten. Wij vinden in ieder geval niet dat woningeigenaren moeten opdraaien voor de kosten.