Iedere Westerse mens bezit naar schatting zo’n tien- tot vijftienduizend voorwerpen. Al die spullen hebben een plekje nodig in je huis. Zolders, kelders en kasten zijn de ideale verzamelplekken voor de spullen die je niet dagelijks gebruikt. De meeste mensen houden het aantal spullen binnen de perken door regelmatig op te ruimen, spullen weg te geven en weg te gooien. En door kritisch te zijn over wat ze kopen. Maar kan het ook minder?

Huizen worden voller en voller

Nooit eerder bezaten mensen zoveel voorwerpen als nu, bleek uit onderzoek van de Duitse historicus Frank Trentmann. In zijn boek Empire of Things legt hij uit dat het inkomen per hoofd van de bevolking tussen 1948 en nu verviervoudigd is. Dat leidde niet alleen tot een hogere levensstandaard, maar ook tot steeds vollere huizen. Volgens Trentmann is de honger naar spullen niet te stillen, ook al worden we er niet gelukkiger van.

Van korte duur

Als we iets nieuws kopen, voelen we ons even heel gelukkig. Maar dat geluksgevoel ebt snel weg. Daarna geven te veel spullen juist stress. En dat gevoel duurt veel langer. Een populaire uitspraak van minimalisten is: own what you want, but remember: it owns you right back. Je moet je spullen schoonmaken, onderhouden, organiseren en beschermen. Je maakt je er zorgen over: worden ze gestolen, gaan ze kapot of moet je ze eigenlijk vervangen? Bovendien moet je hard werken om al die spullen te kunnen betalen. Dat moet toch anders kunnen. Niet voor niets spreekt trendwatcher en schrijver James Wallman over ‘stuffocation’. Letterlijk vertaald: ‘stikken in spullen’.

De bekende Japanse minimalist en schrijver Fumio Sasaki had dat gevoel ook. In zijn boek Vaarwel spullen schrijft hij over zijn transitie van ‘maximalist’ tot ‘minimalist’. Hij had zoveel spullen dat ze hem stress gaven in plaats van plezier. Toen hij besloot er afstand van te doen, voelde hij zich licht, vrij en gelukkig. Sasaki woont nu in een leeg huis zonder meubels. Al zijn bezittingen passen in een rugzak. Hij draagt elke dag een wit overhemd en een zwarte broek (hij heeft van alles drie exemplaren) en hij slaapt op een matje dat hij elke avond uitrolt.

Leanne Pieters van The Minimalist Hub
Leanne Pieters van The Minimalist Hub.

Iets minder spartaans

Zo’n levensstijl is niet voor iedereen weggelegd. De 39-jarige Nederlandse minimalist Leanne Pieters pakt het iets minder spartaans aan, maar niet minder efficiënt. In haar huis vind je geen prullen. “Het ziet er niet continu uit als een showroom, maar ik kan het wel in vijf minuten opruimen.” Dat is best knap als je bedenkt dat Leanne samenwoont met haar man en dochter van vier.

Wat begon als een opruimactie in haar berging, groeide in tien jaar uit tot een compleet andere mindset. En tot het bedrijf ‘The Minimalist Hub’ dat anderen inspireert en helpt om bewustere keuzes te maken over hun spullen en hun leven. Leanne: “De eerste stap kwam toen ik een tijdje zonder werk zat. Ik was gewend om altijd bezig te zijn, gezellig te doen, continu te rennen en alle ballen in de lucht te houden. Het voelde meer als overleven dan leven. Ik zocht naar rust, maar kon het niet vinden.”

“In die de tijd verscheen het eerste boek Opgeruimd van opruimgoeroe Marie Kondo. Haar aanpak gaat erom dat je met aandacht kiest wat je wel en niet in je leven wilt. Ik besloot het toe te passen bij het opruimen van mijn berging. Toen viel alles op zijn plaats. Het gaf me direct rust en lucht. Dat motiveerde me om ook de rest van het huis te ‘ontspullen’. Met de rust en ruimte die daarmee ontstond, kon ik weer nadenken over wat ik echt wilde.”

Leanne realiseerde zich ook dat spullen niet gelukkig maken, maar dat het lastig is om alle koopprikkels die je op een dag krijgt, te negeren. “Om daar weerstand tegen te bieden, ging ik mezelf voeden met informatie over minimalisme. Ik las er boeken over, ontvolgde Instagram-accounts die me pushten om dingen te kopen en ging juist accounts volgen die me hielpen bij deze nieuwe levensstijl. Zo kwam er langzaam rust en veranderden mijn overtuigingen.”

Leanne vervolgt: “Ik bedacht dat ik deze aanpak ook op andere facetten van mijn leven kon toepassen. Ik leerde mijn aandacht richten op wat echt belangrijk is. Daarbij nam ik alles onder de loep: mijn spullen, mijn agenda, mijn financiën en zelfs mijn sociale contacten. Het ging niet alleen om minder, maar vooral ook om het maken van bewuste keuzes.

Daarbij liet Leanne ook bepaalde overtuigingen los, bijvoorbeeld dat ze pas mocht ontspannen als al haar taken af waren. Leanne: “Dat hebben veel mensen, denk ik. We blijven maar doorgaan, vinken to-do-lijsten af en vergeten intussen onszelf. Zelfliefde is iets wat ik echt heb moeten leren. Nu, tien jaar later, is het mijn werk om anderen te helpen bij dit proces.”

Ook met ons deelt Leanne belangrijke tips.

1. Eerst ontspullen, dan opruimen

“Mijn eerste advies is altijd: eerst ontspullen, dan pas opruimen. Veel mensen die last hebben van rommel in huis, stappen in de valkuil om meteen te gaan opruimen en organiseren. Dan kopen ze allerlei handige boxen of bakjes met labels om hun spullen in op te bergen. Maar daarmee lossen ze het probleem niet op. Ze verplaatsen de spullen alleen.

Opruimen en een vaste plek vinden voor spullen kan pas nadat je echt kritisch hebt besloten wat je wilt bewaren en wat je niet meer nodig hebt. Ik ga altijd – volgens de Marie Kondo-methode – bij mezelf na of ik ergens blij van word. Is het antwoord positief, dan houd ik het. Doet het me niets, dan kan het weg. En zeg nou eerlijk, hoeveel telefoonkabeltjes of glazen heb je echt nodig?”

2. Eén soort tegelijk

“Voordat je aan de slag gaat, kies je eerst een categorie spullen die je wilt uitzoeken. Gooi bijvoorbeeld niet meteen je hele kledingkast op je bed. Dat kan zo overweldigend zijn dat je het karwei niet afmaakt en de hele middag bezig bent zonder resultaat. Dat frustreert enorm. Kies daarom een kleine categorie, zoals een badkamerkastje, je schoenen, T-shirts of keukengerei. Het liefst iets waar je weinig emotie bij voelt. Begin daarmee én maak het af.

3. Werk in fasen

“Minimaliseren betekent niet: al je spullen in één keer weggooien. Het is iets dat je doet in fasen. Inmiddels kost het me geen moeite meer om iets niet te doen of te kopen, maar in het begin vond ik dat best lastig. Ik vroeg me af: ‘Wat als ik dit ooit nodig heb?’ Maar ik merkte al snel dat ik meer dan de helft van mijn spullen niet eens miste.

Heel af en toe denk ik: ‘O, dat was nu handig geweest’, maar ik weet dat ik er altijd een andere oplossing voor vind. Je wordt creatiever en deze manier van leven wordt een tweede natuur. Alles wat ik nu koop – want ja, ik koop echt weleens wat – krijgt echt een plek in mijn leven.”

4. Je mag de fout in gaan

“Wees niet te streng voor jezelf. Als je een keer iets koopt wat achteraf niet nodig was, is dat oké. Maar maak het jezelf wel zo gemakkelijk mogelijk. Als je wilt afvallen en je zet je keukenkastje vol chips, chocola en andere lekkere dingen, dan is het niet gek dat je worstelt.

Probeer dus ook met minimaliseren de verleidingen om spullen te kopen te vermijden. Schrijf je uit op nieuwsbrieven die je aanzetten tot koopgedrag. Maar besef dat je je omgeving niet kunt veranderen, tenzij je onder een steen gaat zitten. Houd dus gewoon vol, ook als je af en toe de fout in gaat.

Minimalisme is een proces. Het hoeft niet perfect te zijn, zolang je maar bewust bezig bent. Je project is niet mislukt als je af en toe toch iets koopt dat je niet nodig hebt of een categorie niet afmaakt.”

5. Houd vol

“In het begin is het vallen en opstaan. Maar op een gegeven moment levert deze nieuwe levensstijl je zoveel op dat het je gemakkelijker afgaat. Ook mijn omgeving is op de hoogte van mijn manier van leven. Van vriendinnen krijg ik op mijn verjaardag nooit spullen, maar we gaan samen lunchen of iets leuks doen. Of ze geven me een cadeaubon, zodat ik iets kan kopen dat ik nodig heb.

Op het gebied van kleding maak ik nu veel betere keuzes. Ik heb echt mijn eigen stijl gevonden. Mijn kledingkast is een vierde van wat hij ooit was. Hij hangt nu wel vol met kledingstukken die ik stuk voor stuk mooi vind, die goed bij mijn lengte en stijl passen en die ik vaak draag. Ook al heb ik minder om uit te kiezen, ik heb altijd iets om aan te trekken. Behalve als het bijna wasdag is. Ik was één keer per week en dan is mijn kast ook echt leeg.”

Ook met kinderen

Een minimalistische levensstijl met kinderen is een nog grotere uitdaging, weet Leanne: “Kinderen komen nou eenmaal met spullen. Daarom was het fijn dat ik deze levensstijl al had voordat ik moeder werd. Maar kinderen hebben veel minder spullen nodig dan de maatschappij ons doet geloven. Toen ik in verwachting was van mijn dochter, heb ik echt alleen aangeschaft wat ik dacht nodig te hebben en niet alles op het lijstje gekocht.”

“Cadeautjes voor mijn dochter houden we zelf beperkt en praktisch. Natuurlijk komt er wel speelgoed binnen – op verjaardagen en feestdagen – maar dan zorg ik ervoor dat ik voor die tijd al wat heb weggedaan. Als mijn dochter een feestje geeft, zijn cadeautjes echt welkom. Als je je huis op orde hebt, kan er best een cadeautje van opa of oma bij.”

De voordelen van minimalisme

De belangrijkste voordelen van minimalisme zijn dat het tijd en ruimte oplevert voor de dingen die echt belangrijk zijn, en rust brengt. Leanne: “Door het maken van bewuste keuzes, is ook mijn agenda overzichtelijker. Er is letterlijk en figuurlijk ruimte gekomen voor wat echt waardevol is. Het is win-win: voor jezelf, je portemonnee en de planeet.” En het mooiste? Ze kan er ook anderen bij helpen.

Wil je ook hulp bij een (meer) bewuste en minimalistische levensstijl? Dan kun je via de site van Leanne een checklist downloaden van spullen die je zonder nadenken weg kunt doen. Naar vrienden, familie of de kringloop natuurlijk. Dat wel.